Vamos a hablar español les 2

• Spaans
• Special Education

¡Vamos a hablar español! - Les 2

¿Qué vamos a hacer hoy?

Wat gaan we doen vandaag?

• Leerdoelen bespreken
• Gegevens uitwisselen
• Terugblik op les 1
• Memrise
• Vrienden & familie
• Verbo tener
• Verbos regulares
• Manos a la obra.

Leerdoelen- objetivos de hoy

-Aan het eind van deze les kan ik mijn vrienden en familie benoemen in het Spaans

-Aan het eind van deze les kan ik het werkwoord tener vervoegen

-Aan het eind van deze les kan ik over mezelf vertellen aan mijn klasgenoten

Gegevens uitwisselen 

Compartir los datos

--> Whatsapp groep aanmaken?

--> Voor persoonlijk vragen kun je mij bereiken via de mail

[e-mail]

Terugblik op les 1-

Repaso

Weet iemand nog wat de eindopdracht is voor Vamos a hablar español?

Wat betekent het werkwoord ser en hoe vervoeg je het?

Hoe begroeten we iemand en nemen we afscheid?

Hoe is het gegaan met vlog/brief over jezelf?

Buenos días

1. Goedenavond
2. Goedemorgen
3. Mooie dag
4. Tot straks

Buenas noche

1. Goedemorgen
2. Tot ziens
3. Goedemiddag
4. Goedenavond

Hasta luego

1. Tot ziens
2. Doei
3. Hoi hoe is het
4. Goedemiddag

¿Como te llamas?

1. Me llamo Pedro
2. Mi nombre es pedro
3. Me llamo es Perdro
4. Soy Pedro

Waar spreken ze geen Spaans?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is de naam van de vertaalpagina die ik jullie heb geadviseerd?

1. Google translate
2. Reverso Context
3. Vertaler
4. Traductor

Is het gelukt met de 10 woorden?

Sí

No

Memrise

1. Is het gelukt met de 10 woorden?

2. Handige en leuke manier om woorden te leren

3. Probeer je woordenschat uit te breiden de komende weken.

Reverso Context = Een goede vertaal machine

Ga opzoek wat de betekenis is van de woorden op de rechter pagina. 

Bij twijfel gebruik Reverso Context

Let op:

Primo/a & sobrino/a betekenen allebei neefje/nichtje. Wat is het verschil?

1. Tia
2. Bebé
3. Sobrino
4. Hermana
5. Prima
6. Hija
7. Nieto
8. Abuela
9. Amigo
10. Mamá/papá

Meer oefeningen

Familia y amigos

Werkwoord - Verbo TENER

-Weet iemand wat dit werkwoord betekent?

-Wanneer gebruik je het werkwoord tener?

-Hoe vervoeg je het werkwoord tener?

Tener

Tener = hebben

Yo

Tú

Él/ella/usted

Nosotros

Vosotros

Ellos/ellas/ustedes

Tengo

Tienes

Tiene

Tenemos

Tenéis

Tienen

1. Yo (tener) _______ 14 años.

2. Nosotros (tener)______ hambre

3.Juan (tener) _______ muchos amigos.

4. Ana y Esther (tener) _________ dos bolis

Meer oefeningen

Regelmatige werkwoorden - Verbos regulares

In het Spaans zijn er 3 groepen regelmatige werkwoorden.

1.  -AR --> hablar, trabajar & estudiar
2. -ER --> comer, beber & leer
3. -IR --> vivir, escribir & abrib
   

hablar+trabajar+estudiar

Yo

Tú

Él,ella,usted

Nosotros

Vosotros

Ellos

comer+beber+vivir

Yo

Tú

Él,ella,usted

Nosotros*

Vosotros*

Ellos

AR

ER+IR

-o

-as

-a

-amos

-áis

-an

-o

-es

-e

-emos-imos

-éis-ís

-en

Oefening - Ejercicio

1. Ik woon
2. Hij eten
3. Wij schrijven
4. Wij zijn
5. Jullie werken
6. Ik drink
7. jij eet
8. Hij leert
9. Zij werken

Exta oefenen? --> Klik hier

Manos a la obra! - Aan de slag

- Tweetallen maken

- Stel jezelf voor aan elkaar

- Succes!

- Ik loop langs om te kijken hoe 

het gaat

Ik heb een vraag

Hoe schrijf je het op?

Ik begrijp het niet

Wat betekent het?

Hoe spreek je het uit?

Kunt u wat langzamer praten?

Puede (s)... - Kan je...?

La próxima semana

Leren we het werkwoord ''IR''

Leren we de voorzetsels a, en & de

Leren we de dagen van de week

Final del clase

Zijn de leerdoelen behaald?

Wat kan beter?

Wat ging er goed?