Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Starke
Verben
Slide 1 - Diapositive
Lernziele starke Verben
Je weet wat het verschil tussen een sterk en een zwak werkwoord is
Je kent enkele sterke werkwoorden in het Duits
Slide 2 - Diapositive
Wat is een sterk werkwoord? Hoe herken je deze?
Slide 3 - Carte mentale
Oefening 1
Maak via de volgende slides de eerste oefening over het sterke werkwoord aan. Geef van iedere zin aan of het een zwak of sterk werkwoord is. Het werkwoord staat aan het eind van de zin.
Slide 4 - Diapositive
Ich habe auf dem Markt eine Wassermelone gekauft.
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 5 - Quiz
Wir sind bis Mitternacht auf der Party geblieben.
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 6 - Quiz
Vincent hat gesten einen Unfall gebaut.
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 7 - Quiz
Guten Morgen, hast du gut geschlafen?
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 8 - Quiz
Oefening 2
Maak de volgende online oefening.
Slide 9 - Diapositive
https:
Slide 10 - Lien
Oefening 3
Maak de volgende online oefening.
Beantwoord daarna de open vragen.
Slide 11 - Diapositive
https:
Slide 12 - Lien
1.Wir haben in einem Café noch etwas (trinken) .........
Slide 13 - Question ouverte
2.Seid ihr alleine in die Stadt (gehen).......
Slide 14 - Question ouverte
3.Was hast du alles in diesem teurem Restaurant (essen) .......?
Slide 15 - Question ouverte
4. Wir sind nach Hamburg (fahren) ............... .