1AB: Unité 4, cours 5 (Écouter)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Salut !

• Prends ton livre.
  
  
• Ouvre ton livre sur la page 118.
  
  
• Je hebt geen laptop nodig vandaag. 

Programme

• Objectif : Je begrijpt gesprekken over de weg vragen en omschrijven van dingen.
  
  
• Devoirs
• Écouter

Devoirs

• 8BCDE
• Apprendre 3 (Aller)
  
  Zijn er vragen over het huiswerk? 

Écouter

• Er zijn twee dialogen. In dialoog 1 vraagt iemand de weg, in dialoog 2 omschrijft iemand haar huis.
  
  Welke Franse woorden om de weg te wijzen en/of dingen te omschrijven kennen we al? Schrijf er in 1 minuut zoveel mogelijk op, daarna kijken we wie wat heeft opgeschreven.

Bijvoorbeeld:

De weg wijzen	Dingen omschrijven
en face de (tegenover)	aimer bien (best leuk vinden)
gauche (links)	grand (groot)
droite (rechts)	petit (klein)
le coin (de hoek	mignon (schattig)

9 t/m 14

Jullie gaan telkens met één opdracht aan het werk, die we direct nakijken.

Ben je klaar, ga je alvast door naar de volgende op dracht, of je wacht even stil tot de timer gaat.

Zodra de timer gaat, gaan we direct de opdracht nakijken. Na het nakijken gaan we direct verder met de volgende opdracht.

9 t/m 14

• 9A: koppel de zinnen aan de juiste plaatjes, vertaal daarna de dikgedrukte woorden in zinnen A t/m C.
• 10: kies de juiste vertaling uit de twee woorden naast de zin.
• 11AB: luister, en spreek na. Onderstreep welke letters in het Frans anders uitgesproken worden. 
• 12: luister, en onderstreep het juiste antwoord. 1 en 2 horen bij dialoog 1, 3 en 4 bij dialoog 2.
• 13: kies het juiste antwoord (1 t/m 3 = dialoog 1, 4 t/m 6 = dialoog 2).
• 14: geef van elk dialoog aan waar ze heen willen.

Programme

• Objectif : Je begrijpt gesprekken over de weg vragen en omschrijven van dingen.
  
  
• Devoirs - ✔
• Écouter - ✔

Le prochain cours...

...??

• Devoirs:
  - Faire (=afmaken) t/m 14
  - Apprendre "Apprendre 4".