Klas 1 Werkplek groen les 3

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Les 3

schoonmaken

& stofzuigen

Heb jij al wel eens gestofzuigd?
Hoe vaak? En wat heb je wel een gestofzuigd?

Doelen

- Je leert waarom schoonmaken belangrijk is. 

- Je leert welke regels er zijn bij schoonmaken. 

- Je leert een huishoudtrap gebruiken. 

- Je leert hoe je stof moet afnemen.

- Je leert hoe je moet stofzuigen. 

- Je leert hoe je een zitbank moet stofzuigen. 

- Je leert hoe je een tafels en stoelen moet schoonmaken. 

Niet iedereen vindt schoonmaken leuk. Toch moet je je kamer of huis schoon houden. Er zijn verschillende redenen waarom je schoon moet maken. 

Hygiëne: Als je schoonmaakt dan krijg je geen bacteriën en schimmels dus geen ziektes, vieze geuren en verkleuringen. 

Persoonlijke redenen: Mensen vinden het normaal en fijn om een netjes en verzorgd huis te hebben. 

Veiligheid: Als je huis opgeruimd is, zijn er minder kansen op ongelukken. Denk aan struikelen, uitglijden, verbranden enzovoort. 

Behoud van materialen: Als je materialen goed schoon houdt gaan ze langer mee. 

Ook is het belangrijk dat je schoonmaakt op de goede volgorde. Dat ga je straks leren bij de praktijkopdracht. De volgende 2 regels moet je altijd onthouden tijdens het schoonmaken.

Werk altijd:

1. Van schoon naar vuil: begin dus altijd met datgene wat het aller viest is. Eindig met het mist vieze. 

2. Van boven naar beneden: stof valt altijd naar beneden. Begin dus bovenaan met schoonmaken en werk naar beneden. Doe de vloer als laatst. 

Welke 2 regels moet je altijd onthouden tijdens het schoonmaken?

Waarom moet je altijd van boven naar beneden schoonmaken?

Wat is een reden waarom we ons huis schoonmaken?

1. Wij vinden het leuk.
2. Veiligheid
3. Persoonlijke redenen
4. Het huis is schoon.

Wie maakt er bij jou thuis schoon?

Praktijkopdracht

Vandaag ga je verschillende dingen doen. Hier heb je verschillende werkkaarten bij nodig.

Werkportfolio

Mijn huis 1: kaart 4, 7, 8, 9, 15 en 16

Mijn huis 2: kaart 59

Schrijf de nummer van elke kaart op en schrijf er achter hoe de werkkaart heet.

Praktijkopdracht

1. Pak werkkaart 4 en lees deze door. 

2. Pak de benodigdheden.

3. Gebruik de stappen om samen te oefenen.

4. Pak werkkaart 7 en lees deze door. 

5. Pak de benodigdheden.

6. Vraag de docent waar je de opdracht mag uitvoeren en voer de opdracht uit. 

7. Vraag de docent je te controleren.

8. Ruim de benodigdheden op. 

Hoe ging de vorige praktijkopdrachten? Wat mocht je afnemen met de stofdoek?

Praktijkopdracht

1. Pak werkkaart 15 en 16 en lees deze door.

2. Pak de benodigdheden.

3. Vraag de docent waar je de opdracht mag uitvoeren.

4. Voer de opdracht uit met behulp van de stappen op de werkkaart. 

5. Vraag de docent je te controleren.

6. Ruim de benodigdheden op. 

Hoe ging de praktijkopdracht? Wat ging er goed en wat kan er beter?

Praktijkopdracht

1. Pak werkkaart 8 en 9. Lees de kaarten goed door. 

2. Pak de benodigdheden.

3. Voer de opdracht uit met behulp van de stappen op de werkkaart.

4. Pak werkkaart 59. Lees de kaart goed door. 

5. Vraag de docent waar je de opdracht mag uitvoeren.

6. Voer de opdracht uit met behulp van de stappen. 

7. Vraag de docent je te controleren.

8. Ruim de benodigdheden op. 

Hoe gingen de praktijkopdracht? Welke tips kreeg je van je maatje of de docent?

Wat heb je geleerd van de praktijkopdracht?

Welke opdracht vond je het leukst om te doen en waarom?

Welke opdracht vond je minder leuk om te doen en waarom?

1. Extra praktijkopdracht

Je gaat extra dingen schoonmaken in de school. Je mag zelf kiezen of je extra wilt stoffen, tafels/stoelen afnemen of stofzuigen. 

Als je hebt gekozen wat je extra wilt doen ga je naar de docent toe en vraag je waar je deze opdracht extra kan uitvoeren. 

Als je klaar bent met de extra opdracht ruim je alles weer netjes op. 

Ben je echt klaar met alle opdrachten en de extra praktijkopdracht? 

Dan mag je alvast gaan beginnen met de volgende les.