Klas 1 werkplek Blauw les 2

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Les 2 De was

Heb jij wel eens de wasmachine aangezet? Wat heb je toen gewassen?

Doelen

- Ik leer de was sorteren.

- Ik leer de wasmachine gebruiken. 

- Ik leer de droger gebruiken. 

- Ik leer handdoeken opvouwen.

Vorige week heb je geleerd hoe je een etiket van kleding moet lezen. Nu je de was kunt sorteren, ga je leren de was op de juiste manier te wassen en te drogen. 

Als je later op jezelf woont of samen met iemand anders, is er altijd was! Om je kleren schoon en mooi te houden is het belangrijk dat je weet hoe je je kleding op de juiste manier moet wassen. Je trainingsjack of trui was je niet hetzelfde als vaatdoeken en theedoeken. 

Om je kleding mooi te houden en om vaatdoeken schoon te krijgen, moet je weten welk wasprogramma je moet gebruiken. Een wasprogramma is het programma waarop je je wasmachine instelt. 

Weet je hoe de wasmachine op school werkt? Nee? Vraag de docent om uitleg!

Je weet niet op welke temperatuur je een kledingstuk moet wassen. Hoe kun je daar snel achter komen?

Waarom is het belangrijk dat je vaatdoekjes op hoge temperatuur wast? (Zoek eventueel op internet)

Waarom mag je sommige kledingstukken juist niet te heet wassen? (Zoek eventueel op internet)

schooltv.nl

Praktijkopdracht

1. Pak de volgende werkkaarten:

2. Vul de volgende slide in. 

Werkportfolio

Mijn was 1: kaart 1, 4, 5, 6

Schrijf de nummers van de werkkaarten op. Schrijf er achter hoe de werkkaarten heten.

3. Lees de kaarten goed door. 

4. Doe de praktijkopdracht, gebruik hier de kaarten bij. Vraag de docent welke was je mag gebruiken. 

5. Vraag de docent je te controleren. 

Hoe ging de praktijkopdracht? Welke tops en tips kreeg je?

Praktijkopdracht

1. Pak de volgende werkkaarten:

2. Vul de volgende slide in. 

Werkportfolio

Mijn was 1: kaart 10, 12 en 13

Schrijf de nummers van de werkkaarten op. Schrijf er achter hoe de werkkaarten heten.

3. Lees de kaarten goed door. 

4. Doe de praktijkopdracht, gebruik hier de kaarten bij. Vraag de docent welke was je mag gebruiken. 

5. Vraag de docent je te controleren. 

Hoe ging de praktijkopdracht? Welke tops en tips kreeg je?

Wat wist je nog niet
over de wasmachine?

1. Extra praktijkopdracht

1. Zoek de volgende kaart op

2. Lees de kaart goed door. 

3. Pak de benodigdheden en doe de praktijkopdracht.

4. Hang de was op te drogen. 

5. Hang alles op. 

Werkportfolio

Mijn was 1: kaart 7