Wat is leren leren?

Leren Leren
Wat is Leren Leren?
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
StudievaardighedenMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leren Leren
Wat is Leren Leren?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • In deze les leer je hoe leren werkt. 
  • Je leert hoe je geheugen werkt.
  • Je krijgt handige tips bij het leren 
  • Je krijgt handige tips voor het concentreren
  • Je leert de LOCI-methode. 
Leren leren

Slide 2 - Diapositive

Deel de klas mee dat ze een leesopdracht krijgen. Ze hoeven er niks mee te doen behalve 1 keer lezen. Het liefst zo snel mogelijk. Lezen gaat natuurlijk altijd in stilte. Als de leerlingen klaar zijn moeten ze even wachten tot iedereen klaar is.

Hoewel ze al 30 miljoen jaar geleden zijn gevormd, zijn de Alpen een jong gebergte. In vergelijking met oude gebergten valt een aantal verschillen op. Jonge gebergten zijn hoog en hebben steile hellingen, spitse bergtoppen en diepe dalen. Oudere gebergten worden gekenmerkt door flauwe hellingen en afgeronde toppen en zijn veel lager.
De oorzaak hiervan zijn exogene krachten. Deze zorgen ervoor dat in de loop van miljoenen jaren de harde gesteenten van de bergen langzaam worden afgesleten. Rotsblokken verbrokkelen op den duur tot grind. Grind vergruist verder en eindigt ten slotte als zand en klei. Verwering is het uiteenvallen van gesteente onder invloed van het weer en plantengroei.

Opdracht – lees de volgende tekst

Slide 3 - Diapositive

Deel de klas mee dat ze een leesopdracht krijgen. Ze hoeven er niks mee te doen behalve 1 keer lezen. Het liefst zo snel mogelijk. Lezen gaat natuurlijk altijd in stilte. Als de leerlingen klaar zijn moeten ze even wachten tot iedereen klaar is.

Jullie hebben net een tekst gelezen uit een aardrijkskundeboek. Wat geldt voor jou?
Ik vond de tekst best makkelijk
Ik begreep alle woorden
Ik kan precies herhalen wat ik net las
Geen van deze drie antwoorden klopt voor mij.

Slide 4 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen
Hoeveel heb je onthouden van de tekst?
Er volgen nu 5 vragen. Vul het antwoord in. 
Weet je het antwoord niet, zet dan een vraagteken (?) neer. Onthoud hoeveel goed je hebt. (? = altijd fout)

Slide 5 - Diapositive

Hier alvast wijzen op dat het invullen van een ? altijd 0 punten oplevert. 
Hoeveel jaar geleden zijn de Alpen ontstaan?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor ontstaat verwering?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit wat verwering betekent.

Slide 8 - Question ouverte

Leerlingen hoeven niet precies hetzelfde geantwoord te hebben. 
Door wat voor kracht slijten bergen af?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef twee kenmerken van jonge gebergten en twee kenmerken van oude gebergten.

Slide 10 - Question ouverte

Leerlingen hoeven niet precies hetzelfde geantwoord te hebben, als de strekking maar gelijk is.
Hoeveel vragen had je goed?
(Wees eerlijk, het geeft niet als het er 0 zijn)
5
4
3
2
1
0

Slide 11 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Leren
Leren is het verwerken en onthouden van informatie. Je onthoud informatie het best door veel te herhalen en door betekenis te geven aan de nieuwe informatie. Je moet actief met de nieuwe informatie aan de slag!

 Wat is leren dus niet?
  • Een tekst gewoon lezen
  • Tijdens het leren andere dingen doen

Slide 12 - Diapositive

Neem de slide door met de klas en leg de nadruk op de dikgedrukte woorden. Leren is iets wat je actief en met je volle aandacht moet doen. Met alleen lezen ben je niet actief bezig met de stof.


De naam zegt het al: dingen worden wel onthouden, maar kort. Je onthoudt dingen vaak net lang genoeg om ze te kunnen opschrijven maar daarna ben je ze weer vergeten, bijvoorbeeld een telefoonnummer.


Het korte termijn geheugen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In het kortetermijngeheugen worden dingen maar kort onthouden. Om goed te leren voor een toets moeten we dingen langer onthouden.

Informatie moet van het korte termijngeheugen naar het lange termijngeheugen!

Het langetermijngeheugen

Slide 14 - Diapositive

In het langetermijngeheugen wordt informatie maandenlang vastgehouden. Denk maar aan de naam van je klasgenootjes, je eigen telefoonnummer, maar ook vaardigheden zoals fietsen. Laat leerlingen eventueel nog meer dingen opnoemen die zitten opgeslagen in het langetermijngeheugen. Denk ook weer aan de route die wordt afgelegd naar school. Benoem de vergeetcurve. Informatie komt in het lange termijngeheugen door constant herhalen.
Je kan verder nog benoemen dat het langetermijngeheugen heel sterk is. Veel mensen met alzheimer weten namelijk nog wel informatie uit hun langetermijngeheugen zoals de geboortedata van hun kinderen of liedjes van vroeger.

Herhaal de informatie regelmatig
Stel jezelf continu vragen over de informatie
Zorg ervoor dat je de informatie echt begrijpt en aan een ander kunt uitleggen
Verbindt nieuwe informatie aan bekende informatie (loci-methode)
Leer in rust en concentratie 
  • Herhaal de informatie regelmatig
  • Stel jezelf continu vragen over de informatie
  • Zorg ervoor dat je de informatie echt begrijpt en aan een ander kunt uitleggen
  • Verbindt nieuwe informatie aan bekende informatie (loci-methode)
  • Leer in rust en concentratie 
Hoe krijgen we informatie nou naar het langetermijngeheugen?

Slide 15 - Diapositive

Refereer nog eens terug naar de manieren die leerlingen eerder hebben genoemd om informatie te onthouden. Neem daarna de manieren kort door die steeds in het scherm verschijnen. Hierna gaan we door met concentratietips.

Deze les gaan over leren leren.
Wat betekent dat eigenlijk?

Leren is niks anders dan het inzetten van trucjes om informatie te onthouden. Je kan jezelf dus trainen in het leren. Oftewel: je leert om goed te kunnen leren.


Leren leren

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Bekijk het filmpje met de leerlingen. Hierin wordt de Loci-methode toegepast. Vraag de leerlingen om aan het eind van dit filmpje te omschrijven hoe deze man zo goed kan onthouden.

Om te bewijzen dat leren soms echt een trucje is gaan we een oefening doen. Pak het blad en een pen!
Opdracht:
Denk aan de route die je elke dag aflegt van huis naar school. Schrijf op het blad 8 bijzondere punten op die je tegenkomt op je route.
Voorbeeld: speeltuin, bruggetje, rotonde, molen, tunnel, kruispunt, viaduct, school.


De Loci-methode

Slide 18 - Diapositive

De leerlingen maken kennis met de loci-methode. Hierin wordt nieuwe informatie gekoppeld aan informatie die de leerling al heeft. Deze twee afzonderlijke bronnen van informatie hoeven niks met elkaar te maken te hebben.
De route die een leerling elke dag aflegt van huis naar school zit zo vast in het geheugen dat dit geautomatiseerd is. Ze hoeven hier niet meer over na te denken. De loci-methode is een manier om nieuwe informatie snel te automatiseren door deze informatie te koppelen aan iets dat al geautomatiseerd is.
Zodra de leerlingen klaar zijn met het opschrijven van hun 8 punten kan je naar de volgende slide.

Koppel nu de personen in deze volgorde aan de punten op jouw route:
  • Cleopatra, 
  • Anne Frank, 
  • Snelle, 
  • Dracula, 
  • Billie Eilish, 
  • Napoleon, 
  • Mark Rutte, 
  • Koningin Maxima
Leren leren

Slide 19 - Diapositive

Schrijf de personen eventueel ook op het bord. Hierna kan je naar de volgende slide waar een voorbeeld staat.

Voorbeeld:

Ik ga naar school en loop langs de speeltuin uit. Plots zie ik piramides en Cleopatra zegt mij gedag. Daarna loop ik over het bruggetje waar ik Anne Frank in haar dagboek zie schrijven. Op de rotonde rent Snelle heel snel rondjes. Vervolgens fiets ik langs de molen. Hier vliegen soms vleermuizen, misschien is Dracula hier ook wel. Als ik langs de tunnel fiets zie ik mijn iemand met groen haar, ze lijkt wel Billie Eilish. Op het kruispunt staat het verkeer vast omdat iemand is uitgegleden over een napoleon snoepje. Als ik onder het viaduct doorfiets roept Mark Rutte dat ik mijn mondkapje op moet doen. Als ik eindelijk op school ben blijkt dat koningin Maxima onze nieuwe rector is.

Opdracht 1

Slide 20 - Diapositive

Neem dit verhaal door met de leerlingen en benadruk hoe elke plaats is verbonden aan een bepaald persoon. In hun hoofd mogen ze het verhaal zo beeldend maken als ze zelf willen. Hoe meer beeldend hoe beter je het gaat onthouden. Maak het verhaal dus zelf ook zo omschrijvend mogelijk.
Laat de leerlingen hierna hun eigen verhaaltje maken. Laat het voorbeeld staan als daar behoefte aan is. Als een leerling klaar is mag deze het verhaalte gaan leren of delen met een ander klasgenootje.
Iedereen klaar? Laat ze dan vijf minuten iets compleet anders doen – zie volgende slide

Even iets heel anders…

Slide 21 - Diapositive

Laat de leerlingen vijf minuten iets anders doen. Het verhaaltje moet weg.
Dit mag gewoon kletsen zijn, maar je kan als docent ook een spelletje galgje doen of moppentappen.
Doel is dat de leerlingen even aan iets compleet anders denken. Hierna gaan we controleren of ze het rijtje personen nog in de juiste volgorde weten.

Bekijk de video met de gekleurde bal. Hoe vaak zie jij de bal knipperen?

Video-opdracht

Slide 22 - Diapositive

Het totale aantal keer dat de bal knippert is 7. Door het geluidssignaal dat niet synchroon loopt met het knipperen denken veel mensen dat de bal 8 keer knippert. Het geluidssignaal leidt dus af van waar je je op moet richten.
Benadruk dat omgevingsfactoren enorm kunnen afleiden waardoor je niet geconcentreerd bezig bent. Multitasken werkt dus ook niet, want dan onderbreek je steeds je eigen werk.

Concentratie is het vermogen om je te focussen op een taak. 
Ofwel: met je volle aandacht ergens mee bezig zijn.

Concentratie is erg belangrijk tijdens het leren. Als je continu wordt afgeleid is het moeilijk om je aandacht vast te blijven houden op hetgeen dat belangrijk is, zoals de video met de knipperende bal.

Concentratie 

Slide 23 - Diapositive

Neem de slide weer door met de leerlingen. Laat ze hierna manieren opnoemen die de concentratie kunnen vergroten. Schrijf ook deze manieren weer op het bord (veeg eventueel het onthoudrijtje weg). Bespreek de manieren met de klas.

Tips om je concentratie te verbeteren:
Zorg voor een goede planning
Zorg voor een opgeruimde werkplek

Ga niet multitasken

Zet je mobiel uit en leg weg
Wissel leerwerk en maakwerk met elkaar af

Neem regelmatig pauze

Slide 24 - Diapositive

Neem ook deze tips één voor één door met de klas. Sta langer stil bij de tips waar zij zelf niet aan toe zijn gekomen. Laat de leerlingen zelf uitleggen waarom een tip werkt.

En dan nu....de loci-methode. Weet jij de volgorde nog? 

Slide 25 - Diapositive

Laat de leerlingen vijf minuten iets anders doen. Het verhaaltje moet weg.
Dit mag gewoon kletsen zijn, maar je kan als docent ook een spelletje galgje doen of moppentappen.
Doel is dat de leerlingen even aan iets compleet anders denken. Hierna gaan we controleren of ze het rijtje personen nog in de juiste volgorde weten.

1
2
3
4
5
6
7
8

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebruik deze 8 plaatsen ook om andere dingen te onthouden. Maak bijvoorbeeld een verhaaltje om het spijsverteringsstelsel te onthouden. 

Bijvoorbeeld:
Ik stap de voordeur uit en neem een slokje water (slokdarm). Zodra ik het bruggetje over ben krijg ik honger en neem ik een broodje lever. Etc.

Tot slot

Slide 27 - Diapositive

Als er tijd over is, of de leerlingen zijn toe aan meer uitdaging, voer dan opdracht 2 uit. Hierbij moeten ze iets creatiever gaan denken. Bekijk het (verkorte) voorbeeld weer. Een slokdarm is moeilijk voor te stellen, dus maak een associatie met iets anders (zoals een slok drinken).
Zijn de leerlingen klaar, dan mogen ze het verhaaltje weer leren of bespreken met degene naast hen.
Als er tijd over is, bespreek dan ook deze opdracht weer na. Leerlingen kunnen ook verder werken in hun plenda (volgende slide)