3.2 Gedicht: alliteratie, assonantie

Gedicht 3.2
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Gedicht 3.2

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Je weet wat een assonantie is.
- Je weet wat een alliteratie is.

Slide 2 - Diapositive

In alle gedichten zit rijm.
A
B

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Vidéo

Waarom heet dit filmpje 'De slechtste rapper van de straat'?

Slide 5 - Question ouverte

Welke woorden rijmen niet?
A
pet - bed
B
Schoen - doen
C
dame - game
D
cool - doel

Slide 6 - Quiz

Beginrijm / Alliteratie
Voorbeeld: "De kat krabt de krullen van de trap".
In die zin beginnen veel woorden met de 'k'
Bij alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Assonantie
Enkele woorden die bij elkaar in de buurt staan, hebben dezelfde klank, maar niet dezelfde eindletter(s).

Slide 9 - Diapositive

Klinkerrijm / assonantie

• Het gaat hierbij om de uitspraak, en niet om de spelling
• Zo is er bijvoorbeeld ook assonantie bij 'een groot cadeau'

Slide 10 - Diapositive

Alliteratie / Assonantie?

Slide 11 - Diapositive

Alliteratie / Assonantie
Alliteratie (beginrijm):
Groen - grom - griezel etc.
Assonantie (klinkerrijm):
Moeten - groenten - doe - vroeg - troep - schoen- moeder - groen - groeien

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk

H3.2 Opdracht  2 t/m 7

Slide 13 - Diapositive