Toetsstof herhalen HA1

Toetsstof herhalen HA1
Ken je alles voor de toets?
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Toetsstof herhalen HA1
Ken je alles voor de toets?

Slide 1 - Diapositive

Lees (en luister) strategieën en woordraadstrategieën

Slide 2 - Diapositive

Ik wil weten tot hoe laat de supermarkt vanavond open is. Welke leesstrategie kies ik?
A
oriënteren lezen
B
globaal lezen
C
precies lezen
D
zoekend lezen

Slide 3 - Quiz

Ik ben ontzettend fan van het merk Nike. Elke tekst die over Nike gaat, lees ik graag! Hoe lees ik?
A
oriënteren lezen
B
globaal lezen
C
precies lezen
D
zoekend lezen

Slide 4 - Quiz

Om erachter te komen of dit boek mij leuk lijkt, lees ik alleen de achterkant en bekijk ik de kaft. Hoe lees ik?
A
oriënteren lezen
B
globaal lezen
C
precies lezen
D
zoekend lezen

Slide 5 - Quiz

Wanneer ik een woord tegen kom dat ik niet ken, zijn er een aantal dingen die ik kan doen. Noem er minstens 3:

Slide 6 - Question ouverte

Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 7 - Diapositive

Even herhalen:
Wat is een hoofdgedachte ook alweer?

Slide 8 - Carte mentale

Wat is het onderwerp van
de tekst?

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Vidéo

Onderwerp
Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp. Je kunt met één woord of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is, bijvoorbeeld: goochelen of gezonde snacks.

zo vind je het onderwerp van een tekst:

- lees de tekst oriënterend
- geef zo kort mogelijk antwoord op de vraag: waar gaat deze tekst over?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Hoofdgedachte 
Hoofdgedachte van de tekst is één volledige zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt. Dus in één zin waar de hele tekst over gaat.


Let op! de hoofdgedachte is nooit een vraag!
Zo vind je de hoofdgedachte:

- lees de tekst precies
- kijk aan het begin en aan het einde van de tekst of de hoofdgedachte daar letterlijk staat. Als dit niet zo is, vraag je dan af vraag je dan af wat het antwoord is op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?

Slide 13 - Diapositive

De hoofdgedachte geeft antwoord op de volgende vraag:
A
Wat is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd?
B
Wat is de mening van de schrijver?
C
Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 14 - Quiz

Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 15 - Diapositive

Het doel van een verhaal, mop of strip is om de lezer te:
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
instrueren

Slide 16 - Quiz

Het doel van een advertentie of flyer is om de lezer te:
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
instrueren

Slide 17 - Quiz

Het doel van een bijsluiter bij een medicijn of spelregels is om de lezer te:
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
instrueren

Slide 18 - Quiz

Tekstdoelen en tekstsoorten
Elke tekst wordt geschreven met een doel: de schrijver wil iets bereiken. Er zijn vijf tekstdoelen: amuseren, informeren, instrueren, overtuigen, activeren. 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive