Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Bijvoeglijk naamwoord 3 april klas 1
But/objectif (doel) du 3 avril:
Je kunt je eigen of iemand anders uiterlijke kenmerken beschrijven
1 / 47
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
47 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
But/objectif (doel) du 3 avril:
Je kunt je eigen of iemand anders uiterlijke kenmerken beschrijven
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat weet je nog over het bijvoeglijk naamwoord?
Slide 3 - Carte mentale
Het bijvoeglijk naamwoord
1. Wat is dat?
Slide 4 - Diapositive
- Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
- Je kunt er bijvoorbeeld mee zeggen dat je huis groot, klein, mooi, lelijk is.
- Hoe je beste vriend eruit ziet, of wat voor kleren je vandaag aan hebt
- Ook kleuren zijn een bijvoeglijk naamwoord.
Slide 5 - Diapositive
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 6 - Diapositive
Het bijvoeglijk naamwoord
Een
bijvoeglijk naamwoord
zegt dus iets over het
zelfstandig naamwoord
.
Voorbeeld: Een mooie jas
MOOIE = bijvoeglijk naamwoord
Mooie zegt iets over de jas, jas = zelfstandig naamwoord
Nog andere voorbeelden?
Slide 7 - Diapositive
2. De vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Slide 8 - Diapositive
Nederlands
Frans
Nederlands
Frans
Nederland
s
Frans
Mooi
beau/
belle
Groot
Grand
Nieuw
Nouveau/
nouvelle
Goed/lekker
Bon
Oud
Vieux/
vieille
Dik
Gros
Lang
Long/ longue
Duur
Cher
Mager
Maigre
Slecht
Mauvais
Hoog
haut
knap / mooi
joli
jong
jeune
klein
petit
Geweldig
Génial
Lief
Gentil / gentille
Slim
intélligent
Sterk
Fort
verschrikkelijk
horrible
Breed
large
Grappig
drôle
Slide 9 - Diapositive
De vorm van het bijvoeglijk naamwoord
Kijk naar de volgende voorbeelden:
Arthur est petit
Arthur et Martin sont petits
Sophie est petite
Sophie et Emma sont petites
Vraag 1
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord in deze zinnen?
Vraag 2
Waarover zegt dit bijvoeglijk naamwoord iets in elke zin?
Vraag 3
Maak nu 4 verschillende regels voor de vorm. Kijk naar het voorbeeld.
Slide 10 - Diapositive
Voorbeeld:
De vorm van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans:
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-
+ e
meervoud
+ s
+ es
VOORBEELD
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
Arthur est
petit
Sophie est
petit
e
meervoud
Arthur et Jan sont
petit
s
Sophie et Nina sont
petit
es
Slide 11 - Diapositive
Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op
-e of -s/-x
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord op een
-e
? Dan krijgt het geen extra
e
bij de vrouwelijke vorm:
un garçon timid
e
- une fille timid
e
Eindigt een bijvoeglijk naamwoord op een
-s of een -x
?
Dan krijgt het geen extra
s
of x bij de mannelijke vorm in het meervoud.
un éléphant gri
s
- des éléphants gri
s
un vieu
x
homme - des vieu
x
hommes
Slide 12 - Diapositive
De kleuren veranderen ook!
Rouge
- Rouge - Rouge
s
Orange
- Orange - Orange
s
Vert
- Vert
e
- Vert
s
- Vert
es
Noir
- Noir
e
- Noir
s
- Noir
es
Jaune
- Jaune - Jaun
es
Violet
- Violet
te
- Violet
s
- Violet
tes
Blanc
- Blan
che
- Blanc
s
- Blan
ches
Bleu
- Bleu
e
- Bleu
s
- Bleu
es
Gris
- Gris
e
- Gris - Gris
es
Brun
- Brun
e
- Brun
s
- Brun
es
Rose
- Rose - Rose
s
Slide 13 - Diapositive
natuurlijk zijn er weer uitzonderingen!!
Slide 14 - Diapositive
De vorm: Uitzonderingen (goed leren!)
Mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
mannelijk meervoud
vrouwelijk meervoud
Beau (mooi)
Belle
Beaux
Belles
Nouveau (nieuw)
Nouvelle
Nouveaux
Nouvelles
Bon
Bonne
Bons
Bonnes
Vieux
Vieille
Vieux
Vieilles
Gros
Grosse
Gros
Grosses
Long
Longue
Longs
Longues
Cher
Chère
Chers
Chères
Gentil
Gentille
Gentils
Gentilles
Slide 15 - Diapositive
M ENKV
M MV
VR ENKV
VR MV
GOED
BON
BON
S
BON
NE
BON
NES
MOOI
BEAU
BEAU
X
B
ELLE
B
ELLES
NIEUW
NOUVEAU
NOUVEAU
X
NOUV
ELLE
NOUV
ELLES
OUD
VIEUX
VIEUX
VI
EILLE
VI
EILLES
BON, BEAU, NOUVEAU, VIEUX
Slide 16 - Diapositive
3. De plek in de zin
Slide 17 - Diapositive
Optie 1: direct ACHTER het zelfstandige naamwoord:
Vaak staat het bijvoeglijk naamwoord in het Frans direct ACHTER het zelfstandige naamwoord:
Le garçon maigre = de slanke jongen
Le lit bleu = het blauwe bed
Un chien adorable = een schattige hond
Les cheveux blonds = de blonde haren
Les maisons rouges = de rode huizen
Slide 18 - Diapositive
natuurlijk zijn er weer uitzonderingen!!
Slide 19 - Diapositive
Optie 2: direct VOOR het zelfstandige naamwoord:
De volgende bijvoeglijke naamwoorden komen VOOR het zelfstandig naamwoord te staan:
- jeune, joli, beau, grand, long, nouveau, vieux, petit, gros, bon, mauvais, haut
La longue rue - de lange weg
(volgende week verder!)
Slide 20 - Diapositive
Samengevat
:
het bijvoeglijk naamwoord
Het zegt iets over het zelfstandig naamwoord
Stappenplan
Wat is het zelfstandig naamwoord in de zin?
Wat is de vorm van het zelfstandig naamwoord: m/v, enkv/mv?
Bijvoeglijk naamwoord vertalen in goede vorm volgens schema:
4. Bijvoeglijk naamwoord op de goede plek in de zin zetten
5. Let op uitzonderingen en
geen extra e/x/s als er al een staat!
Slide 21 - Diapositive
Au travail !
Slide 22 - Diapositive
Wat is de uitgang van het bijvoeglijk naamwoord,
vrouwelijk meervoud
A
s
B
se
C
x
D
es
Slide 23 - Quiz
Ma mère est ....
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes
Slide 24 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Jacqueline est une fille ......
A
français
B
française
C
françaises
Slide 25 - Quiz
Kies de juiste vertaling:
de kleine jongen
A
Le petit garçon
B
Le petite garçon
C
Le petits garçon
D
Le petites garçon
Slide 26 - Quiz
Ma soeur est ...
A
content
B
contents
C
contentes
D
contente
Slide 27 - Quiz
Kies de juiste vorm van het bijvoeglijke naamwoord:
Vertaling: de onbekende actrice.
A
L'actrice inconnu
B
L'actrice inconnue
C
L'actrice inconnus
D
l'actrice inconnues
Slide 28 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Marco habite dans une .... maison
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes
Slide 29 - Quiz
Man. enk
man.
meerv
vrouw.
enk
vrouw.
meerv
regel.
klein
rood
grijs
-
-s
-es
petit
-e
petite
petits
petites
rouge
gris
grise
gris
grises
rouge
rouges
rouges
-
Slide 30 - Question de remorquage
bleu
rouge
violet
jaune
vert
noir
Slide 31 - Question de remorquage
Wat is hier de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Elle porte les chaussures verts.
B
Elle porte les chaussures vert.
C
Elle porte les chaussures verte.
D
Elle porte les chaussures vertes.
Slide 32 - Quiz
le pantalon vert
A
Goed
B
Fout
Slide 33 - Quiz
Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
vrouwelijk-meervoud: grand
Slide 34 - Question ouverte
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Elle porte une robe bleue.
B
Elle porte une robe bleus.
Slide 35 - Quiz
la jupe préféré
A
Goed
B
Fout
Slide 36 - Quiz
les grandes filles
A
Goed
B
Fout
Slide 37 - Quiz
les T-shirts noir
A
Goed
B
Fout
Slide 38 - Quiz
la joli maison
A
Goed
B
Fout
Slide 39 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
Elle porte les lunettes verts.
B
Elle porte les lunettes vert.
C
Elle porte les lunettes verte.
D
Elle porte les lunettes vertes.
Slide 40 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord?
A
les chats griss
B
les chats grises
C
les chats grie
D
les chats gris
Slide 41 - Quiz
Elle a les cheveux (m) ...
A
blond
B
blonde
C
blonds
D
blondes
Slide 42 - Quiz
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over...
A
een lidwoord
B
een bijwoord
C
een zelfstandig naamwoord
D
een werkwoord
Slide 43 - Quiz
Samengevat
1.
Een bijvoeglijk naamwoord zegt altijd iets over een zelfstandig naamwoord.
2.
Kijk of het
zelfstandig naamwoord
mannelijk/vrouwelijk/meervoud is.
3.
Voeg de juiste uitgangen toe aan het
bijvoeglijk naamwoord
(-/e/s/es)
4.
Let op: geen dubbele
e
,
s of x
!
5. Zet het bijvoeglijk naamwoord op de
juiste plek
in de zin: achter het zelfstandig naamwoord (behalve bij het rijtje uitzonderingen!)
Slide 44 - Diapositive
Ik kan mezelf of iets/iemand anders beschrijven in het Frans:
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 45 - Sondage
Ik geef mezelf deze emoji voor MEEDOEN in deze les
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 46 - Sondage
Au travail:
Faire:
Chapitre 5 ex.
30 en 31
Ben je snel klaar? ex.
32
(p. 36-38).
Werkblad "La description physique"
Slide 47 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Bijvoeglijk naamwoord
Septembre 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Frans 18 juni 2020
Février 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Révision T3a 13052024
Mai 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
HV1 UNITE 5
Mai 2021
- Leçon avec
36 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Frans 18 juni 2020
Juin 2020
- Leçon avec
17 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Frans 18 juni 2020
Juin 2020
- Leçon avec
19 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Uitleg getallen t/m 2000 + oefeningen grammaire
Octobre 2020
- Leçon avec
26 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoorden -re
Septembre 2024
- Leçon avec
51 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3