4.8 spelling k3 en b3

4.8 Spelling 

         Bijvoeglijk naamwoord
                     en
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

4.8 Spelling 

         Bijvoeglijk naamwoord
                     en
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Diapositive

Vorige les
Test jezelf woorden en grammatica.
Heb je hier nog vragen over?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Vandaag 

  • Uitleg bijvoeglijke naamwoorden en oefenen 
  • Filmpje stoffelijk bijvoeglijk naamwoord en oefenen
  • Uitleg voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord en oefenen
  • Huiswerk 



Slide 3 - Diapositive

Lesdoel
  •  Je kan werkwoordspelling toepassen (ook van Engelstalige werkwoorden). 

  • Je weet wat een bijvoeglijk naamwoord is en wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is.
  • Je kan een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.


Slide 4 - Diapositive

Ik weet nu al wat een bijvoeglijk naamwoord is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Sondage

Bijvoeglijk naamwoord
  • Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.   

De blauwe schoen.


Slide 6 - Diapositive

Dian schreef een keurige mail.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
schreef
B
een
C
keurige
D
Dian

Slide 7 - Quiz

Het oude huis staat op een berg.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
A
oude
B
berg
C
staat
D
huis

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Wat zijn voorbeelden van stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden?
A
Lieve, drukke, mooi
B
Ijzeren, gouden, wollen

Slide 10 - Quiz

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
  • Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt van welk materiaal het zelfstandig naamwoord gemaakt is. Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt op -en. 

Een zilveren ring


Uitzondering: Als het bewerkt materiaal is, schrijf je alleen het woord.
De tas is van plastic.
Het is een plastic tas. Dus geen plasticEN tas. 

    Slide 11 - Diapositive

    1. Een gouden kettinkje.
    2. De drukke hond.
    In welke zin staat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
    A
    Zin 1
    B
    Zin 2

    Slide 12 - Quiz

    Wij hebben thuis een eiken tafel en een rieten dak. Wat zijn stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden?
    A
    Thuis en dak
    B
    Eiken en rieten
    C
    hebben en tafel

    Slide 13 - Quiz

    Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
    Je kunt ook een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.
    Het eten is aangebrand
     Het aangebrande eten.

    Je schrijft het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk.

    Slide 14 - Diapositive

    Het schilderij is gestolen.
    Het ... schilderij.

    Slide 15 - Question ouverte

    Het huis is afgebrand.
    Het ... huis.

    Slide 16 - Question ouverte

    Huiswerk kader 3
    Paragraaf 4.8 Spelling
    Opdracht: 2, 4abc, 5, 6abc, 7




    Slide 17 - Diapositive

    Huiswerk basis 3
    Paragraaf 4.8 Spelling
    Opdracht: 3,4,6, 8a

    Slide 18 - Diapositive

    Feedback voor mij
    Ga je naar je camera en scan deze code

    Slide 19 - Diapositive