Pubquiz licht 6.1 en 6.2 2HA

Welkom
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel:
Herhalen van diverse begrippen.
Tekenen van diverse opstellingen.
Oefenen van open toets vragen.
Oefenen van het tekenen van opdrachten.
Plezier maken!



Slide 2 - Diapositive

Spoorboekje
5 minuten opstarten
20 minuten Pubquiz
15 minuten nakijken
5 minuten uitslag en afsluiten

Slide 3 - Diapositive

spelregels:
Aangepast aan de Corona omstandigheden:

-je speelt met je eigen naam.
Je speelt via :Lessonup, zonder hulplijnen.
-je geeft antwoord binnen de tijd, niet geantwoord = fout.
Tekenen doe je op papier, maakt een foto van jouw tekening en stuurt deze op als antwoord.
 

Slide 4 - Diapositive

Iedereen Klaar?

Slide 5 - Diapositive

Als je betaalt kunnen je bankbiljetten op echtheid worden gecontroleerd. Dat gebeurt onder speciale lampen. Onder de lampen lijkt het alsof de bankbiljetten een andere kleur hebben.

Welke kleur lijken de bankbiljetten te hebben?
timer
1:00

Slide 6 - Question ouverte

Antwoord vraag 1
Paars of Ultraviolet

Slide 7 - Diapositive

Geef de kleuren van het kleurenspectrum in de juiste volgorde.
timer
1:00

Slide 8 - Question ouverte

Antwoord vraag 2
rood, oranje, geel, groen, blauw en violet

Slide 9 - Diapositive

Vraag 3
Witte voorwerpen kaatsen bijna al het zonlicht terug. Alle spectraalkleuren worden daarbij even sterk weerkaatst. Het teruggekaatste licht heeft daardoor dezelfde samenstelling als het oorspronkelijke zonlicht en dus zie je het voorwerp als wit. 

Slide 10 - Diapositive

Zwarte voorwerpen kaatsen juist heel weinig licht terug, bijna al het zonlicht wordt ........................................
Welk woord hoort op de stippen te staan?
timer
1:00

Slide 11 - Question ouverte

Antwoord vraag 3
Witte voorwerpen kaatsen bijna al het zonlicht terug. Alle spectraalkleuren worden daarbij even sterk weerkaatst. Het teruggekaatste licht heeft daardoor dezelfde samenstelling als het oorspronkelijke zonlicht en dus zie je het voorwerp als wit. Zwarte voorwerpen kaatsen juist heel weinig licht terug, bijna al het zonlicht wordt geabsorbeerd. 

Slide 12 - Diapositive

Vraag 4 
Hoe heet het instrument waarmee je licht kunt bestuderen en zo uit kunt zoeken waaruit een bepaald licht bestaat.

Slide 13 - Diapositive

Hoe heet het instrument waarmee je licht
kunt bestuderen en zo uit kunt zoeken
waaruit een bepaald licht bestaat.
timer
1:00

Slide 14 - Question ouverte

Antwoord vraag 4
Een spectroscoop

Slide 15 - Diapositive

Vraag 5
In het licht van een natriumlamp ziet de wereld er heel anders uit dan je gewend bent (figuur 5). Een paarse trui lijkt bijvoorbeeld donkergrijs of zwart. Dat komt doordat de trui het gele licht van de natriumlamp bijna volledig absorbeert. Een witte trui en een gele trui lijken onder een natriumlamp allebei geel. Het gele licht van de natriumlamp wordt door de twee truien even sterk teruggekaatst.

Met welke lamp kun je wit en fluorescerende kleren mooi op laten lichten?

Slide 16 - Diapositive

Met welke lamp kun je wit en
fluorescerende kleren mooi op
laten lichten?
timer
1:00

Slide 17 - Question ouverte

Antwoord vraag 5
UV licht of Black light

Slide 18 - Diapositive

vraag 6
 laserlicht.

Slide 19 - Diapositive

Noem 3 eigenschappen
van laserlicht.
timer
1:00

Slide 20 - Question ouverte

Antwoord vraag 6
Een laser bestaat uit 1 spectraalkleur.
Een laser heeft een evenwijdige lichtbundel.
Een laser bestaat uit kunstmatig licht.
Er zijn laserbundels waarmee we op de maan schijnen.
Laser wordt gebruikt voor het lezen van datadragers (CD - DVD - Bluray).
Lasers kunnen heel schadelijk zijn in bijvoorbeeld je ogen.

Slide 21 - Diapositive

Maak een tekening waaruit blijkt wat een
convergente, evenwijdige en een divergente
lichtbundel is.
Maak een foto van jouw tekening en stuur deze op.
timer
1:00

Slide 22 - Question ouverte

Antwoord vraag 7

Slide 23 - Diapositive

Vraag 8:
Leg het verschil uit tussen een halfschaduw en een kernschaduw. Dit mag ook met een tekening!
timer
1:00

Slide 24 - Diapositive

Leg het verschil uit tussen een halfschaduw en een kernschaduw. Doe dit met een tekening!

Slide 25 - Question ouverte

Antwoord vraag 8
Halfschaduw: 
Gebied in de schaduw waar slechts een (klein) deel van het licht kan komen.

Kernschaduw
Gebied in de schaduw waar helemaal geen licht komt.

Slide 26 - Diapositive

Vraag 9
Kijk goed naar de foto.

Slide 27 - Diapositive

Wat voor soort lichtbron is de lichtbron op de foto?
timer
1:00

Slide 28 - Question ouverte

Antwoord vraag 9
diffuus licht: licht dat van alle kanten komt, dus niet rechtsreeks van de lichtbron.

indirect licht: het licht gaat niet rechtstreeks, maar via een weerkaatsing naar het voorwerp.

indirecte lichtbron: oppervlak dat licht van een lichtbron weerkaatst.

Slide 29 - Diapositive

vraag 10:
Diffuus licht ontstaat door verstrooiing.


Slide 30 - Diapositive

Diffuus licht ontstaat door verstrooiing.

Leg in Jip en Janneke taal uit wat er wordt bedoeld.

Slide 31 - Question ouverte

Antwoord vraag 10
Diffuus licht ontstaat door verstrooiing: 
het licht verandert van richting als het door een doorschijnend materiaal beweegt, zoals papier, matglas of textiel 

Slide 32 - Diapositive

Het einde van de vragen....

Slide 33 - Diapositive

Tel de punten op!
Wie o wie is de winnaar geworden van de enkele voetreis naar Rome?

Slide 34 - Diapositive

Alle opgaven inleveren!

Slide 35 - Diapositive

Huiswerk voor de volgende les:
Maken resterende vragen van 6.2.
Doorlezen theorie 6.3.

Slide 36 - Diapositive