T4L3 Laat jij je verleiden?

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalLager onderwijs

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat heb je ontdekt op de ontdekplaat

Slide 2 - Carte mentale

Vroeger
Nu

Slide 3 - Question de remorquage

Spreekwoorden bedoelen iets anders dan dat er staat. Het is...
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Kleren maken de man
Wat wil dit zeggen?

Slide 6 - Question ouverte

Betekenis?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat voor een filmpje was dit?
A
informatie
B
mopje
C
nieuws
D
reclame

Slide 10 - Quiz

Wat is het DOEL van reclame?

Slide 11 - Question ouverte

Wie is de FABRIKANT van het product?
A
pods
B
Ariel
C
mama
D
wasmachine

Slide 12 - Quiz

Een korte krachtige zin is een
A
slogan
B
slagon
C
slalom
D
sloggie

Slide 13 - Quiz

Welke reclame slogans ken jij?

Slide 14 - Carte mentale

Slide 15 - Vidéo

Hoe geslaagd vind je de reclame?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Slide 17 - Vidéo

Hoe geslaagd vind je de reclame?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Slide 19 - Vidéo

Hoe geslaagd vind je de reclame?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Slide 21 - Vidéo

Hoe geslaagd vind je de reclame?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

Slide 23 - Vidéo

Hoe geslaagd vind je de reclame?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Hoe zorgen ze in reclame ervoor dat de CONSUMENT het product wil kopen?

Slide 25 - Carte mentale

Slide 26 - Diapositive

Fabrikant?
A
wat je gebruikt om je doel te bereiken
B
maker van een product
C
korte krachtige zin
D
iemand die iets koopt

Slide 27 - Quiz

consument?
A
iemand die iets koopt
B
wat je probeert te bereiken
C
maker van een product
D
korte krachtige zin

Slide 28 - Quiz

korte krachtige zin
A
fabrikant
B
middel
C
consument
D
slogan

Slide 29 - Quiz

doel?
A
wat je gebruikt om je doel te bereiken
B
wat je probeert te bereiken
C
maker van een product
D
korte krachtige zin

Slide 30 - Quiz

Iemand die iets koopt
A
fabrikant
B
middel
C
consument
D
doel

Slide 31 - Quiz

consument
fabrikant
middel

Slide 32 - Question de remorquage

p. 5

Slide 33 - Diapositive

We gaan verder in ons werkboek, chromebook mag weg.
p. 6

Slide 34 - Diapositive