Stijlfiguren in reclameslogans
1 / 26
Éléments de cette leçon
Ik heb me al eens laten overtuigen door reclame om iets te kopen
Ja
Nee
Slide 2 - Sondage
Cet élément n'a pas d'instructions
Hoeveel reclameboodschappen krijgen jullie gemiddeld per jaar te zien?
A
25 000
B
10 000
C
32 000
D
18 000
Slide 3 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Waar of niet?
“Reclame zie je vooral op de televisie.”
“Reclame zie je vooral op de televisie.”
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
reclame is overal aanwezig: op straat, op sociale media, in kranten, op je gsm, in games, influencers, …
Waar of niet?
“Reclame is altijd makkelijk te herkennen.”
“Reclame is altijd makkelijk te herkennen.”
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
reclame is soms heel verborgen bv. in filmpjes op Youtube, op tv, in banners, in infomercials, …
Waar of niet?
“Het doel van reclame is altijd aanzetten tot kopen.”
“Het doel van reclame is altijd aanzetten tot kopen.”
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
soms gaat het om naambekendheid, wil het mensen overtuigen van iets, …
soms is er reclame voor het sponsoren van goede doelen of wil men mensen aanzetten tot daden, …
Reclame is een vorm van communicatie die tot doel heeft om iets of iemand bij anderen aan te prijzen of te promoten. Onder reclame worden alle middelen verstaan die ingezet worden om iets of iemand bekendheid te laten verkrijgen. Het belangrijkste doel van het maken van reclame is (naams)bekendheid verwerven.
Waar of niet?
“Jongeren tussen 12 en 16 kunnen reclame al behoorlijk herkennen, maar zijn er wel erg beïnvloedbaar voor.”
“Jongeren tussen 12 en 16 kunnen reclame al behoorlijk herkennen, maar zijn er wel erg beïnvloedbaar voor.”
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Ze krijgen al zicht op de zender, de boodschap en de bedoeling.
Ze kunnen deze kritisch evalueren om zo tot een gefundeerde beslissing te komen.
Maar (!) Jongeren zijn zeer onzeker en laten zich beïnvloeden door leeftijdsgenoten a.d.h.v. reclame
Waar of niet?
“Reclame gebruikt een aantal trucs om mensen te verleiden.”
“Reclame gebruikt een aantal trucs om mensen te verleiden.”
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 11 - Vidéo
Slide 12 - Vidéo
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 13 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 14 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Waarom blijven sommige slogans langer hangen dan andere?
Slide 15 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 16 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 17 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Verbind de stijlfiguren met het juiste voorbeeld
Coca-Cola, de brandstof waar je een hele tijd mee vooruit kan.
Lipton kruidenthee is verse sinaasappel.
Vertrouw Vanish - Vergeet Vlekken
Jazeker, De Hypotheker
A smile in the mind
metafoor
vergelijking
alliteratie
assonantie
personificatie
Slide 18 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 19 - Vidéo
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een hyperbool? + voorbeeld?
Slide 20 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een eufemisme? + voorbeeld?
Slide 21 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 22 - Vidéo
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een pleonasme? + voorbeeld?
Slide 23 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een tautologie? + voorbeeld?
Slide 24 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 25 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 26 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
