Communicatieve vaardigheden les 1

Les 1 Communicatie vaardigheden
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
HandhavingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Les 1 Communicatie vaardigheden

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is communiceren?
Onder communicatie verstaan we het uitwisselen van informatie door te praten en te gebaren, verbaal en non-verbaal.

 
Niet communiceren bestaat niet!

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren
ewelkW
zender
ontvanger
het doorgeven en ontvangen van informatie
informatie
middel

Slide 3 - Diapositive

Alle gesprekken die je voert, via welk middel dan ook, is een vorm van communicatie. Wij communiceren tegenwoordig heel vaak via een medium.
communicatie
Je communiceert voortdurend op allerlei manieren. Drie manieren daarvan zijn:
  1. non-verbaal of verbaal
  2. eenzijdig of tweezijdig
  3. persoonlijk of massaal

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

non-verbaal of verbaal
Je lichaam spreekt met anderen: gevoelens, gedachten, houding en uitstraling zijn vaak aan de 'buitenkant' te zien. Dit is non-verbale communicatie.
Spreken of schrijven noemen we verbale communicatie

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

eenzijdig of tweezijdig
Eenzijdig = je ontvangt alleen informatie en kunt niet reageren

Tweezijdig = je bent tegelijk zender en ontvanger

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

persoonlijk of massaal
1 zender, veel ontvangers
Wanneer een medium (tv, krant, boeken, radio, billboards, enz.) een groot publiek bereikt, is het een massamedium
massacommunicatie

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gebruiken we media voor?
kennis en nieuws
ontspanning
contact
identiteit

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:00
Welke functie van mediagebruik komt hier vooral naar voren?
A
kennis en nieuws
B
ontspanning
C
sociaal contact
D
identiteit

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Referentiekader
Achtergrond
Ieder mens heeft een andere achtergrond
verschillende landen
verschillende geloofsovertuigingen
andere ervaringen
onze normen en waarden
eigen achtergrond vormt jouw referentiekader

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De grote vraag
Hoe
kun je weten of de informatie die je hoort, leest of ziet, betrouwbaar is en goed overkomt?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Miscommunicatie 
Miscommunicatie komt vaak voort uit de verschillen in referentiekader.
Door rekening te houden met verschil in referentiekader creëer je een prettig contact met jouw gesprekspartner.
Je stelt je neutraal op en dat komt uw communicatie ten goede.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

RUIS
De boodschap kan bij de ontvanger anders overkomen dan de zender bedoelde
De oorzaak hiervan heet: ruis.
Externe ruis is primair gericht zijn op iets van buitenaf:
- lawaai van muziek
- verkeer
– mensen die door uw verhaal heen praten
Interne ruis wordt door jezelf veroorzaakt:
- je bent meerdere dingen te gelijk aan het doen
- je bent er met jouw gedachte niet goed bij
 - je denkt op voorhand al te weten wat iemand bedoeld waardoor de zender geen mogelijkheid meer heeft om zijn verhaal uit te leggen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communiceren
ewelkW
zender
ontvanger
het doorgeven en ontvangen van informatie
informatie
middel
RUIS

Slide 20 - Diapositive

Alle gesprekken die je voert, via welk middel dan ook, is een vorm van communicatie. Wij communiceren tegenwoordig heel vaak via een medium.
Oefening tekenen

Slide 21 - Diapositive

Ga rug aan rug zitten, een persoon bedenkt iets en laat door middel van aanwijzingen zonder te zeggen wat het is een voorwerp tekenen.
Wat is communicatie?
A
Het gebruiken van taal
B
Het interpreteren van een boodschap
C
Het overbrengen van informatie van de een naar de ander
D
Het begrijpen van een boodschap

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem drie voorbeelden van non-verbale communicatie
A
Lachen, praten en knikken
B
Lachen, boos kijken en lesboek
C
Lachen, boos kijken en oogcontact

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbale communicatie is het communiceren zonder woorden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem drie voorbeelden van verbale communicatie
A
Praten, fluisteren en schreeuwen
B
Praten, logboek en e-mail
C
Boos kijken, praten en logboek

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions