Chapter 3 Lesson 1 Word Order & Adjectives

Theme 3: Showbizz

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Theme 3: Showbizz

Slide 1 - Diapositive

Lesson Goals
  • I can listen for specific information in a video
  •  I can use adjectives (bijvoeglijke  naamwoorden) correctly, for example: the beautiful painting - she painted the painting beautifully

Slide 2 - Diapositive

4

Slide 3 - Vidéo

05:32
Waarom worden er 4 Mathilda's tegelijk gebruikt voor de rol van Mathilda?

Slide 4 - Question ouverte

06:33
Wat wordt er gezegd over het optreden van Baby June?

Slide 5 - Question ouverte

08:22
Wat wordt er gezegd over het karakter van Annie?

Slide 6 - Question ouverte

10:11
Waarom wordt Billy Elliott hier genoemd als de moeilijkste rol voor kinderen?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Vertaal naar het Engels: het grappige meisje

Slide 9 - Carte mentale

The funny girl sings beautifully: waar zegt 'beautifully' iets over?
A
het meisje
B
het zingen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

He is a ____ driver
A
slow
B
slowly

Slide 16 - Quiz

He drives his car ____
A
fast
B
fastly

Slide 17 - Quiz

I live in that______ house!
A
beautifully
B
beautiful

Slide 18 - Quiz

The dog plays ______ with his toy.
A
quiet
B
quietly

Slide 19 - Quiz

He sings _____
A
good
B
well

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Zet de woorden in de juiste volgorde.
this morning
cat
my path
crossed
black
a

Slide 22 - Question de remorquage

Zet de woorden in de juiste volgorde.
seemed
in class
this afternoon
you
stressed

Slide 23 - Question de remorquage

take / photos / they / every Monday

Slide 24 - Question ouverte

goes / every day / she / to school

Slide 25 - Question ouverte

is making / he / at the moment / breakfast

Slide 26 - Question ouverte

Present Perfect

Present Perfect

Slide 27 - Diapositive

Present perfect 
V.T. > T.T. 
- Verleden gebeurd en gaat nog steeds door 
- Verleden gebeurd en invloed op het heden: oorzaak - gevolg
Stap 1: vind het onderwerp in de zin
Stap 2: kies uit have of had 
have: I / we / you / they  - has: he / she / it 
Stap 3: ww+ed of 3e rijtje (voltooiddeelwoord) 

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

How do you make the 'present perfect'?
...... / ....... + ....... = present perfect

Slide 31 - Question ouverte

I ___ (play) football for 5 years.

Slide 32 - Question ouverte

Martin ___ (date) three girls this week.

Slide 33 - Question ouverte

Are we there yet? We ___ (walk) for hours!

Slide 34 - Question ouverte