Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Toets Wiskunde
hoofdstuk 7 Tabel, Grafiek en formule
Slide 1 - Diapositive
Je krijgt een aantal vragen en opdrachten; sommige moet je zelf beantwoorden en sommige hebben een keuze mogelijkheid; Probeer de vragen zo volledig mogelijk te beantwoorden dus in hele zinnen. Één woordje is vaak FOUT
Slide 2 - Diapositive
bekijk de tabellen goed. je krijgt er drie vragen over.
Slide 3 - Diapositive
a. Welke tabel heeft regelmaat?
A
A
B
B
Slide 4 - Quiz
b. Wat is de regelmaat in de tabel?
Slide 5 - Question ouverte
c. De andere tabel heeft geen regelmaat. Hoe kun je dat zien?
Slide 6 - Question ouverte
opgave 2
Deze opgaven bestaat uit 4 zinnen waarbij je het juiste woord moet invullen.
Slide 7 - Diapositive
2.a. Bij een tabel kun je een ............. tekenen.
A
coördinaten
B
assenstelsel
C
grafiek
D
tabel
Slide 8 - Quiz
2.b. Daarvoor heb je ..................... nodig.
A
coördinaten
B
assenstelsel
C
grafiek
D
tabel
Slide 9 - Quiz
2.c. Die vind je in de .............
A
coördinaten
B
Assenstelsel
C
grafiek
D
tabel
Slide 10 - Quiz
2.d. Je tekent alle punten uit de tabel in een ........................
A
coördinaten
B
Assenstelsel
C
grafiek
D
tabel
Slide 11 - Quiz
opgave 3
Jaro bestelt koffie via internet. Hij betaalt €7,00 aan verzendkosten. De koffie kost €3,00 per pak.
Slide 12 - Diapositive
opgave 4
Ibrahim heeft een bijbaantje op de markt. Hij berekent zijn inkomsten met de formule: Inkomsten in € = 5 + 3,50 x tijd in uren
Slide 13 - Diapositive
4.a Inkomsten in € = 5 + 3,50 x tijd in uren. leg de formule uit
Slide 14 - Question ouverte
geeft antwoorden die in de tabel moeten komen. doe het zo: 0=.. 1= .. etc
Slide 15 - Question ouverte
4.b Hoeveel verdient Ibrahim als hij 4 uur werkt? schrijf de formule en het antwoord op.
Slide 16 - Question ouverte
4.c Hoeveel verdient Ibrahim als hij 5,5 uur werkt? schrijf de formule en het antwoord op.
Slide 17 - Question ouverte
5.Voor een taxirit betaal je een instaptarief van 3,50. Per kilometer betaal je €1,25. Bij de prijs van de taxirit kun je een formule maken, schrijf de hele formule hieronder.
Slide 18 - Question ouverte
5.b. Hoeveel betaal je voor een taxirit van 10 kilometer? Schrijf de formule en het antwoord op
Slide 19 - Question ouverte
opgave 6
De docent geschiedenis geeft een toets. Hij berekent de cijfers met de formule : cijfer van de toets = 10 - 0,3 x aantal fouten
Slide 20 - Diapositive
6a. bereken de cijfers en zodat je de tabel kan invullen. geef je antwoord zo:0=.. 4= ...,6=... enz
Slide 21 - Question ouverte
6b. Jay heeft 11 fouten gemaakt. Welk cijfer krijgt hij? schrijf de formule EN het antwoord op.
Slide 22 - Question ouverte
6c. Gwen heeft een 8.5 voor haar toets. hoeveel fouten heeft zij gemaakt? schrijf de formule EN het antwoord op.
Slide 23 - Question ouverte
7a. Armin steekt een rode kaars aan. Bij de lengte van de kaars hoort de formule: Lengte in cm = 16 - 2 x tijd in uren. Leg de formule uit:
Slide 24 - Question ouverte
7,b. Lengte in cm = 16 - 2 x tijd in uren. Wat is het begin getal?
A
2
B
16
C
18
D
?
Slide 25 - Quiz
7.c. Lengte in cm = 16 - 2 x tijd in uren. heeft de formule een stijggetal of een daalgetal?
A
een stijggetal
B
een daalgetal
Slide 26 - Quiz
7.d. bereken de lengte in cm. zodat je de tabel kan invullen. geef je antwoord zo:0=.. 1= ..., 2 =... enz
Slide 27 - Question ouverte
Matteo werkt op een camping. Hij berekent zijn inkomsten met de opdracht 8 formule: Inkomsten in € = 3,45 + 4,15 x tijd in uren. Leg de formule uit:
Slide 28 - Question ouverte
8.b Matteo werkt op een camping. Hij berekent zijn inkomsten met de opdracht 8 formule: Inkomsten in € = 3,45 + 4,15 x tijd in uren. Hoeveel verdient Matteo als hij 3 uur werkt? Noteer de formule EN de uitkomst.
Slide 29 - Question ouverte
8.c. Matteo werkt op een camping. Hij berekent zijn inkomsten met de opdracht 8 formule: Inkomsten in € = 3,45 + 4,15 x tijd in uren. Hoeveel verdient Matteo als hij 7 uur werkt? Noteer de formule EN de uitkomst.
Slide 30 - Question ouverte
8.d. Matteo werkt op een camping. : Inkomsten in € = 3,45 + 4,15 x tijd in uren. Matteo gaat meer verdienen + 0,15 per uur en het vaste bedrag wordt 3,80 .Noteer de nieuwe formule.
Slide 31 - Question ouverte
Dit is het einde van de toets Controleer nog éénmaal je antwoorden.