5.4 Zonder werk Pincode 3vmbotl

Paragraaf 5.4
Zonder werk!
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Paragraaf 5.4
Zonder werk!

Slide 1 - Diapositive

Wat is de arbeidsmarkt?
A
alle banen die er zijn bij bedrijven
B
Alle mensen die werken of werk zoeken
C
alle mensen die werk zoeken
D
Antwoord A en B samen

Slide 2 - Quiz

Van een land zijn aantal inwoners 14.765.737 Mijn beroepsbevolking is 11.987.676 personen. Wat is mijn arbeidsparticipatie in procenten?

Slide 3 - Question ouverte

Leg het verschil uit tussen de formele en de informele sector.

Slide 4 - Question ouverte

Wat doet het UWV?
Het UWV:
  1. kijkt of je recht hebt op een WW-uitkering
  2. helpt bij het vinden van een nieuwe baan

    UWV= Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekering.

Slide 5 - Diapositive

Geregistreerd / verborgen werkloos
Geregistreerd werkloos
Staat ingeschreven bij het UWV

Verborgen werkloos
Staat niet ingeschreven bij het UWV

Slide 6 - Diapositive

Conjunctuur

Slide 7 - Diapositive

Wat betekent conjunctuur?
A
Het is een ander woord voor economie
B
De schommelingen van de economische groei
C
De economie krimpt
D
De economie stijgt

Slide 8 - Quiz

Wat is hoog conjunctuur?
A
Er is veel conjunctuur in de economie
B
De economie is herstellende van een crisis
C
alle antwoorden zijn correct
D
Het gaat goed met de economie

Slide 9 - Quiz

Conjuncturele werkloosheid
Tijdelijk minder banen
--> minder koopkracht
--> Minder vraag naar producten
--> Bedrijven verkopen minder
--> Productie daalt
--> Minder werkgelegenheid 

Slide 10 - Diapositive

Structurele werkloosheid 
  • Blijvend minder banen!

Slide 11 - Diapositive

Andere werkloosheid
Frictiewerkloosheid= Even als je net van je studie komt of als je net ontslagen/gestopt bent 

Seizoenswerkloosheid= Bepaald werk alleen in een bepaald seizoen 

Regionale werkloosheid = Sommige regio's meer werklozen.

Slide 12 - Diapositive

Een strandtent gaat failliet. Wat voor werkloosheid is dat
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoen werkloosheid

Slide 13 - Quiz