Woordsoorten 1

1 / 17
suivant
Slide 1: Vidéo
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

zelfstandig naamwoord
A
mensen, planten, dieren, dingen
B
mensen, planten, dieren, lidwoorden
C
mensen en dieren
D
mensen, lidwoorden

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordsoorten zijn lastig.

Welke woordsoort is Woordsoorten?
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Aanwijzend voornaamwoord
D
Bijwoord

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen zelfstandig naamwoord?
A
roepen
B
kleding
C
schaal
D
kerstkaart

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

'Veel ' en 'weinig' zijn bijvoeglijk naamwoorden. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over
A
een zelfstandig naamwoord
B
een werkwoord

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wel een voorzetsel
geen voorzetsel
op
met
tussen
over
tijdens
buiten
werk
onder
binnen

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
museum
B
gesprek
C
beroemde
D
jongen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De buurman 
wilde
gisteren
het vogelhuisje
in de boom
hangen.

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De auto van mijn vader
is
afgelopen zomer
helaas
niet
goedgekeurd.

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
Zin:
onderwerp
werkwoordelijk
gezegde
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
Ze
feliciteerde
hem
in de woonkamer. 

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
Zin:
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
lijdend
voorwerp
meewerkend
voorwerp
bijwoordelijke
bepaling
Ze
heeft
 dit jaar
een mooi cadeau 
voor haar vader
gemaakt.

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woordsoorten kennen we al?
Woordsoorten

Slide 13 - Carte mentale

ww
znw
bijv. nw
lidwoord
voorz.
Wat weet je nog over het
bijvoeglijk naamwoord?

Slide 14 - Carte mentale

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld een kleur of andere eigenschap.
Welke voorzetsels ken je?

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is in de zin 'De verwachtte uitkomst' het bnw fout gespeld?

Slide 16 - Carte mentale

Het woord verwachtte is hier gebruikt als een werkwoord in de verleden tijd. Bij het maken van een bijvoeglijk naamwoord van een werkwoord, moet je het zo kort mogelijk maken. Dus geen dubbele letters. Je hoeft namelijk geen rekening met de verleden tijd te houden. 
Gebruik het voltooid deelwoord van het werkwoord en plaats er een -e achter. Dat is alles. 
Dus: voltooid deelwoord is verwacht. De verwachte uitkomst.
sterke werkwoorden
Weet je nog meer voorbeelden van sterke werkwoorden? 

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions