week 47 - gram w H1 en H2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom

Dinsdag 22 november

Vandaag

• Grammatica woordsoorten H1 en H2 
• Schoenmaat (schaatsen)
• Rapport meenemen!
  

• Ik kan persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen.
• Ik kan koppel- en hulpwerkwoorden herkennen.

Woordsoorten klas 1

• Zelfstandig naamwoord (zn)
• Bepaald lidwoord (blw)
• Onbepaald lidwoord (olw)
• Bijvoeglijk naamwoord (bn)
• Aanwijzend voornaamwoord (aanw. vnw) 
• Vragend voornaamwoord (vr. vnw)
• Voorzetsel (vz)
• Bijwoord (bw)
• Hulpwerkwoord (hww)
• Zelfstandig werkwoord (zww)

Persoonlijk voornaamwoord

• Duidt een persoon, dier, of ding aan.

• Bijvoorbeeld: ik, je, jij, u, het, ons, jullie, hen, etc. 

Bezittelijk voornaamwoord

• Geeft aan van wie iets is.

• Bijvoorbeeld: mijn, jouw, uw, haar, ons/onze 

Persoonlijk of bezittelijk?

• Persoonlijk voornaamwoord kun je vervangen door hij/hem.
• Bezittelijk voornaamwoord kun je vervangen door zijn.
• Is dit paard van jullie?
• Dat is haar horloge. 

Rick wil zijn cijfer voor Duits weten.

Benoem elk woord.

Grammatica woordsoorten H2

Koppelwerkwoord (zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen) bij ng.

Indien ng maar 1 werkwoord heeft => ww = kww

Bij meer werkwoorden => kww staat vaak achterin de zin. Andere ww zijn altijd hulpwerkwoorden.

Van dit weer worden (kww) we vanzelf vrolijk.

Van dit weer zijn (hww) we vrolijk geworden (kww)

Let op!

• Een zin met NG heeft altijd een kww.
• Een zin met WG heeft altijd een zww.
• Als er meer dan 1 werkwoord in de zin staat, is de pv altijd een hww. 

Zijn reis naar Afrika was een mooi avontuur

1. zijn = bez. vnw was = hww
2. zijn = pers. vnw was = hww
3. zijn = bez. vnw was = kww
4. zijn = pers. vnw was = kww

Hij is voor haar heel lief.

1. Hij = bez. vnw haar = bez. vnw is = kww
2. hij = pers. vnw haar = pers. vnw is = kww
3. Hij = bez. vnw haar = bez. vnw is = hww
4. hij = pers. vnw haar = pers. vnw is = hww

Werkdoelen

Grammatica woordsoorten H1: Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Opdr. 1

Grammatica woordsoorten H2: Kww of hww?

Havo: opdracht 1, 2, 4 en 5 Vwo: opdracht 2 t/m 5