herhalen voortplanting B1 t/m 4

primaire en secundaire geslachtskenmerken
Primair: aanwezig vanaf geboorte
                man: balzak en penis, vrouw: vagina en schaamlippen
Secundair: ontstaan in puberteit
               man: zware stem, baardgroei en brede schouders
                vrouw: menstruatie, borstgroei en brede heupen


1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

primaire en secundaire geslachtskenmerken
Primair: aanwezig vanaf geboorte
                man: balzak en penis, vrouw: vagina en schaamlippen
Secundair: ontstaan in puberteit
               man: zware stem, baardgroei en brede schouders
                vrouw: menstruatie, borstgroei en brede heupen


Slide 1 - Diapositive

Geslachtshormonen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Geslachtshormonen man
Hypofyse maakt hypofysehormonen zodat de teelballen zaadcellen en testosteron (mannelijk hormoon) gaan maken. 

Testosteron stimuleert ontwikkeling zaadcellen en primaire en secondair geslachtskenmerken

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Geslachtshormonen vrouw
Hypofyse produceert hypofysehormonen waardoor de eierstokken een eicel laten rijpen en oestrogeen en progesteron (vrouwelijke hormonen) gaan maken.
oestrogeen: zorgt voor menstruatiecyclus en secundaire vrouwelijke kenmerken
progesteron: zorgt voor menstruatiecyclus, zwangerschap en secundaire vrouwelijk kenmerken

Slide 7 - Diapositive

Menstruatiecyclus
  • 4 fasen
  • dag 1 t/m 5 a 7 - menstruatie
  • dag 1-14 - Rijping eicel binnen in follikel
  • +/- dag 14 - Ovulatie (eisprong), meest vruchtbare moment
  • Cyclus duurt ongeveer 28 dagen

Slide 8 - Diapositive

Menstruatiecyclus

Slide 9 - Diapositive

bevruchting en innesteling

Slide 10 - Diapositive

Zwangerschap

Slide 11 - Diapositive

Puberteit en voortplantingsstelsels
oefentoets

Slide 12 - Diapositive

Waar worden
de zaadcellen gemaakt?
A
in de prostaat
B
in de bijballen
C
in het zaadblaasje
D
in de zaadballen

Slide 13 - Quiz

Wat is de functie van de bijballen?
A
Het tijdelijk opslaan van zaadcellen
B
Het maken van zaadcellen

Slide 14 - Quiz

Zaadbal
Zaadleider
Bijbal
Blaas
Zwellichaam
Prostaat
Urinebuis

Slide 15 - Question de remorquage

wat is de functie van de eierstokken?
A
daar vindt bevruchting plaats
B
daar vindt productie en rijping van de eicellen plaats
C
deze vervoert de eicellen naar de baarmoeder
D
hierin ontwikkelt zich de bevruchte eicel

Slide 16 - Quiz

Wat is de functie van de eileiders?
A
vervoeren eicellen
B
maken eicellen

Slide 17 - Quiz

eierstokken
De eileider
de baarmoeder
maagdenvlies
clitoris
Hier worden de eicellen gemaakt
Vervoert rijpe eicel richting baarmoeder
Hierin groeit het ongeboren kindje
randje slijmvlies aan begin van vagina
Gevoelig voor seksuele prikkels

Slide 18 - Question de remorquage

Het blaasje waarin de eicel rijpt heet...
A
Follikel
B
Eiblaasje
C
Geel lichaam

Slide 19 - Quiz

Kijk naar het plaatje.
Wat gebeurt er op dag 19-20-21 in deze menstruatiecyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 20 - Quiz

Rond welke dag vindt de ovulatie of eisprong plaats tijdens de menstruatiecyclus?
A
0
B
4
C
14
D
28

Slide 21 - Quiz

Hoe noemen we een kindje na 12 weken zwangerschap?
A
Kindje
B
Embryo
C
Foetus
D
Baby

Slide 22 - Quiz

Hoe noem je de fasen 5/6, als het kindje naar buiten begint te komen?
A
Geboorte
B
Uitdrijving
C
Perswee
D
Ontsluiting

Slide 23 - Quiz

Hoe noem je de fasen 1/2, als de baarmoedermond opent?
A
Geboorte
B
Uitdrijving
C
Perswee
D
Ontsluiting

Slide 24 - Quiz

Wat is de volgordevan een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 25 - Question de remorquage

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
vagina
schaamlippen
penis
balzak
groei lichaamshaar
borstgroei
groei spieren
productie geslachtscellen
snelle groei

Slide 26 - Question de remorquage

Zijn de zinnen juist of onjuist?
Juist
Onjuist
Hormonen regelen de veranderingen in de puberteit.
De hypofyse maakt geslachtshormonen.
Het mannelijke geslachtshormoon is oestrogeen.
Door geslachtshormonen ontstaan de secundaire geslachtskenmerken.

Slide 27 - Question de remorquage

Benoem onderdeel 4

Slide 28 - Question ouverte

Benoem onderdeel 5

Slide 29 - Question ouverte

Drie uitspraken over de vagina zijn:
1 Eicellen zwemmen zelf richting de baarmoeder.
2 De clitoris bevindt zich tussen de vagina en de urinebuis.
3 Bij menstruatie worden stukjes slijmvlies uit de baarmoeder via de vagina verwijderd.
Welke van deze uitspraken is (zijn) juist?
A
1
B
1 en 2
C
2 en 3
D
3

Slide 30 - Quiz

Vera laat in de maand juni een röntgenfoto maken om te onderzoeken of haar eileiders verstopt zijn. Het onderzoek kan maar in een bepaalde periode van de menstruatiecyclus worden gedaan, namelijk nadat de menstruatie over is en voordat de ovulatie optreedt. Vera heeft een regelmatige menstruatiecyclus van 28 dagen. Ze verwacht dat haar volgende menstruatie begint op 1 juni.
Welke datum is voor Vera de beste dag voor een afspraak?
A
10 juni
B
15 juni
C
30 juni

Slide 31 - Quiz

Erik zegt dat de voorhuid de huidplooi is waarin de teelballen en bijballen liggen.
Ernesto zegt dat de temperatuur in de buikholte iets lager is dan die in de balzak.
Wie heeft (hebben) gelijk?
A
ze hebben beide gelijk
B
erik heeft alleen gelijk
C
ernesto heeft alleen gelijk
D
ze hebben beide niet gelijk

Slide 32 - Quiz

Welke weg legt een zaadcel na zaadlozing af?
A
vagina - baarmoeder - eileider - baarmoedermond
B
baarmoeder - vagina - eileider
C
baarmoedermond- eileider - baarmoeder - vagina
D
vagina - baarmoedermond-baarmoeder- eileider

Slide 33 - Quiz