Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Het hormoonstelsel
Hormoonstelsel
Slide 1 - Diapositive
Terugblik
Slide 2 - Diapositive
Je krijgt stof in je oog en begint te knipperen met je oogleden
A
Reflex
B
Bewuste reactie
Slide 3 - Quiz
Zorgt voor impulsgeleiding
Beschermd zenuwen in de rug
Geleid impulsen naar centraal zenuwstelsel
Onbewuste reactie op prikkel
Uitstulping van een zenuwcel
Geleid impulsen naar spier
Bundels van zenuwen in de rug
Reflex
Zenuwen
Uitloper
Gevoelszenuwcel
Bewegingszenuwcel
Ruggenmerg
Wervelkolom
Slide 4 - Question de remorquage
Een reflexboog is de weg die de impulsen afleggen vanaf de prikkeling door zintuigen tot aan de plek van handelen door de spieren. Bij de pupilreflex reageren je ogen op de hoeveelheid licht dat in het oog komt. Welke weg volgen de impulsen bij de pupilreflex?
A
zintuigcellen in het oog – gevoelszenuw van het oog – hersenstam – bewegingszenuw van het oog – spieren in de iris
B
zintuigcellen in het oog – gevoelszenuw van het oog – hersenstam – schakelcellen – grote hersenen – schakelcellen - ruggenmerg – spieren in de iris
C
zintuigcellen in het oog – bewegingszenuw van het oog – ruggenmerg – schakelcellen – grote hersenen – schakelcellen – ruggenmerg – spieren in de iris
D
zintuigcellen in het oog – gemengde oogzenuwen – hersenstam – schakelcellen – grote hersenen – gemengde oogzenuwen van het oog – spieren in de iris
Slide 5 - Quiz
Abdul loopt graag op blote voeten buiten. Op een ochtend trapt hij in een stukje glas. In een reflex trekt hij zijn voet weg. Hij voelt de pijn. Zet de zinnen op de juiste volgorde
1
2
3
4
5
6
7
De bewegingszenuwcellen geleiden impulsen naar de spieren.
De impulsen gaan over op schakelcellen.
De impulsen gaan over van de schakelcellen naar de bewegingszenuwcellen.
De impulsen gaan via gevoelszenuwcellen naar het ruggenmerg.
De spieren trekken samen en de voet gaat omhoog
Er gaan impulsen naar de hersenen waardoor bewustwording optreedt.
Het stappen in het glas veroorzaakt impulsen in zintuigcellen in de voet.
Slide 6 - Question de remorquage
Slide 7 - Vidéo
Leerdoelen
- Je kunt de bouw & functie van het hormoonstelsel beschrijven.
- Je kunt de werking beschrijven van de hormonen uit de hypofyse & de schildklier
- Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de eilandjes van Langerhans & de bijnieren
Slide 8 - Diapositive
werking van hormonen
hormonen beïnvloeden langzame processen:
groei, ontwikkeling, stofwisseling en voortplanting.
Hormonen zijn chemische stoffen die de werking van bepaalde organen bepalen
Ze hebben een specifieke werking
Slide 9 - Diapositive
Verschil hormoonklier/ verteringsklier
Verteringsklier:
maakt verteringssap
heeft een afvoerbuis om het verteringssap af te voeren
Hormoonklier:
maakt hormonen
Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed
Slide 10 - Diapositive
Hormonen die je moet kennen:
1 Hormoon van de hypofyse
3 Schildklierhormoon
5 Adrenaline
6 Insuline
6 Glucagon
7 Vrouwelijke geslachtshormonen
8 Mannelijke geslachtshormonen
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Hypofyse (klier in de hersenen): productie van hormonen voor regeling groei, het beïnvloeden van andere hormoonklieren
9.1
Slide 13 - Diapositive
Schildklier
Maakt het schildklierhormoon -> regelt verbranding in de cellen
Te weinig: verbranding traag -> je hebt het snel koud, bent moe & gewichtstoename
Te veel: verbranding te snel-> je bent rusteloos & gewichtsafname.
Slide 14 - Diapositive
De bijnier
De bijnier maakt adrenaline
Adrenaline = paniekhormoon
Zorgt voor:
=> snellere hartslag
=> snellere ademhaling
=> meer verbranding
Dus meer energie
Slide 15 - Diapositive
De eilandjes van Langerhans produceren insuline en glucagon
voor het constant houden van de bloedsuikerspiegel
Slide 16 - Diapositive
bloedsuikerspiegel (5-8mmol)
Slide 17 - Diapositive
insuline
Veel glucose
Meer Insuline aangemaakt
Glucose omgezet tot glycogeen (opgeslagen vorm in de spier en lever)
Slide 18 - Diapositive
glucagon
Weinig glucose
Wordt er glucagon afgegeven.
Slide 19 - Diapositive
glucagon
Weinig glucose
Wordt er glucagon afgegeven.
Glucagon zorgt ervoor dat glycogeen wordt omgezet in glucose.
De hoeveelheid suiker in je bloed wordt hoger.
glycogeen => glucose
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Wat is geen hormoonklier?
A
Baarmoeder
B
Eilandjes van Langerhans
C
Bijnieren
D
Hypofyse
Slide 24 - Quiz
Sleep de juiste namen achter de nummers
1 =
2 =
3 =
4 =
5 =
Schildkier
Hypofyse
Teelbal(len)
Eilandjes van Langerhans
Bijnieren
Slide 25 - Question de remorquage
Waarom werkt een hormoon alleen op één orgaan terwijl het overal in het bloed is?
A
Alleen bepaalde organen zijn gevoelig voor het hormoon.
B
Omdat hormonen meestal niet ver van de hormoonklier werken.
C
Omdat hormonen niet bij alle organen kunnen komen.
Slide 26 - Quiz
Nr. 2 (bij de keel) Hormoonklier
A
hypofyse
B
eierstok
C
bijnier
D
schildklier
Slide 27 - Quiz
Welke klier heeft een afvoerbuis?
A
Schildklier
B
Hypofyse
C
Eierstokken
D
Speekselklier
Slide 28 - Quiz
Welke klier kan een hormoonklier zijn?
A
klier 1
B
klier 2
C
geen van beiden
D
allebei
Slide 29 - Quiz
Wat is de overeenkomst tussen het zenuwstelsel en het hormoonstelsel?
A
Het zijn allebei systemen die iets regelen in het lichaam.
B
Ze kunnen allebei prikkels opwekken.
C
Ze zijn allebei net zo snel in het regelen van processen.
D
De werken allebei met elektronische impulsen.
Slide 30 - Quiz
Door welke klier wordt het groeihormoon geproduceerd?
A
Schildklier
B
Bijnieren
C
Alvleesklier
D
Hypofyse
Slide 31 - Quiz
Wat gebeurt er als iemand te veel schildklierhormoon produceert?
A
Iemand krijgt het snel koud.
B
Hij komt aan.
C
Hij valt erg af en wordt rusteloos
D
Iemand wordt snel moe en heeft het snelt te warm.
Slide 32 - Quiz
Wat doet het schildklierhormoon?
A
Stimuleert de verbranding in de cellen
B
Remt de verbranding in cellen
C
Regelt de werking van de hypofyse
D
Stimuleert de eilandjes van Langerhans tot aanmaak insuline
Slide 33 - Quiz
De werking van de schildklier wordt geregeld door een hormoon. Dat hormoon wordt door een hormoonklier bij de hersenen gemaakt. Geef de naam van deze hormoonklier bij de hersenen.
Slide 34 - Question ouverte
Als iemand schrikt, gaat zijn hart sneller kloppen. Door welk hormoon wordt deze reactie veroorzaakt?
A
Adrenaline
B
Glucagon
C
Insuline
D
Schildklierhormoon
Slide 35 - Quiz
Wat wordt er in de eilandjes van Langerhans aangemaakt als je een te hoge suikerspiegel hebt?
A
Glucose
B
Insuline
C
Glycogeen
D
Glucagon
Slide 36 - Quiz
Wat geeft de letter S aan?
Slide 37 - Question ouverte
Welk hormoon wordt bij een suikerziektepatiënt onvoldoende geproduceerd?
A
Adrenaline
B
Glucagon
C
Insuline
D
Schildklierhormoon
Slide 38 - Quiz
In de afbeelding hiernaast is de bloedsuikerspiegel van een mens in zes perioden weergegeven.
In welke perioden wordt het verloop van de grafiek veroorzaakt door de productie van insuline?
A
Periode 1 en 6
B
Periode 3 en 5
C
Periode 2 en 4
Slide 39 - Quiz
Tijdens het spelen van spannende computergames ontstaat een hormoon. Dit hormoon zorgt ervoor dat je hartslag stijgt en dat je ademhaling versnelt. Ook worden je pupillen groter en krijgt je zweethanden. Het hormoon zet je op scherp: je bent klaar voor actie.
Hoe heet dit hormoon en waar wordt het geproduceerd?
A
adrenaline; het wordt gemaakt in de bijnieren
B
adrenaline; het wordt gemaakt in de hypofyse
C
insuline; het wordt gemaakt in de bijnieren
D
insuline; het wordt gemaakt in de eilandjes van Langerhans