Onderdelen redevoering
1 / 10
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Het doel van een gerechtsrede is het aantonen van iemands
schuld of onschuld.
Op welke manier zou je dat kunnen doen?
schuld of onschuld.
Op welke manier zou je dat kunnen doen?
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Welk onderdeel van de redevoering?
Want, heren leden van de raad, omdat de godheid mij van het belangrijkste beroofd heeft, heeft de stad tot deze uitkering besloten, vanuit de gedachte dat voor- en tegenspoed allen zonder uitzondering treft. Zou ik dan niet de ongelukkigste mens zijn als ik, door mijn ongeluk al verstoken van het mooiste en belangrijkste in het leven, ook nog door toedoen van de aanklager zou verliezen wat de stad aan mij heeft gegeven uit zorg voor mensen die er zo aan toe zijn? Nee, heren leden van de raad, breng uw stem niet zo uit.
Want, heren leden van de raad, omdat de godheid mij van het belangrijkste beroofd heeft, heeft de stad tot deze uitkering besloten, vanuit de gedachte dat voor- en tegenspoed allen zonder uitzondering treft. Zou ik dan niet de ongelukkigste mens zijn als ik, door mijn ongeluk al verstoken van het mooiste en belangrijkste in het leven, ook nog door toedoen van de aanklager zou verliezen wat de stad aan mij heeft gegeven uit zorg voor mensen die er zo aan toe zijn? Nee, heren leden van de raad, breng uw stem niet zo uit.
A
προοιμιον
B
διηγησις
C
πίστις
D
ἐπιλογος
Slide 9 - Quiz
Welk onderdeel van de redevoering?
Bovendien, iedereen weet heel goed dat hij eerder door een dolkstoot het leven zou hebben gelaten dan door een vuistslag. Maar nu blijkt ook hij zelf ons niet ervan te beschuldigen met iets dergelijks bewapend gekomen te zijn, maar hij zegt met een potscherf bewerkt te zijn. Dan is toch zeker uit zijn eigen woorden al duidelijk dat er van voorbedachte rade geen sprake is. Wij zouden toch niet zomaar op weg gegaan zijn, zonder te weten of we bij hem een potscherf zouden vinden of iets anders waarmee we hem konden vermoorden. Nee, daarmee gewapend zouden wij van huis weggegaan zijn.
Bovendien, iedereen weet heel goed dat hij eerder door een dolkstoot het leven zou hebben gelaten dan door een vuistslag. Maar nu blijkt ook hij zelf ons niet ervan te beschuldigen met iets dergelijks bewapend gekomen te zijn, maar hij zegt met een potscherf bewerkt te zijn. Dan is toch zeker uit zijn eigen woorden al duidelijk dat er van voorbedachte rade geen sprake is. Wij zouden toch niet zomaar op weg gegaan zijn, zonder te weten of we bij hem een potscherf zouden vinden of iets anders waarmee we hem konden vermoorden. Nee, daarmee gewapend zouden wij van huis weggegaan zijn.
A
προοιμιον
B
διηγησις
C
πίστις
D
ἐπιλογος
