Temperatuurregeling volgens HACCP-regels

Temperatuurregeling volgens HACCP-regels

Leerdoel

Aan het einde van deze les ken je de HACCP-regels met betrekking tot temperatuurregeling.

Dit is de slide waarin het leerdoel wordt gepresenteerd.

Wat weet jij al over temperatuurregeling volgens de HACCP-regels?

Wat is HACCP?

HACCP staat voor Hazard Analysis and Critical Control Points. Het is een systematische aanpak om voedselveiligheid te waarborgen.

Leg kort uit wat HACCP is en waar het voor staat.

Waarom is temperatuurregeling belangrijk?

Temperatuurregeling is belangrijk omdat het de groei van bacteriën kan voorkomen. Dit is essentieel voor het waarborgen van voedselveiligheid.

Leg uit waarom het belangrijk is om de temperatuur te reguleren in voedselbereiding.

Wat zijn de HACCP-regels voor temperatuurregeling?

De HACCP-regels voor temperatuurregeling zijn: 1. Meet en registreer de temperatuur van voedsel. 2. Bewaar voedsel op de juiste temperatuur. 3. Verwarm voedsel tot de juiste temperatuur. 4. Koel voedsel snel af tot de juiste temperatuur.

Presenteer de vier HACCP-regels voor temperatuurregeling.

Meet en registreer de temperatuur

Gebruik een thermometer om de temperatuur van voedsel te meten en registreer de temperatuur om te zorgen dat het voedsel op de juiste temperatuur wordt bewaard.

Laat zien hoe je een thermometer gebruikt en hoe je de temperatuur registreert.

Bewaar voedsel op de juiste temperatuur

Bewaar gekoeld voedsel onder de 7°C en bevroren voedsel onder de -18°C om de groei van bacteriën te voorkomen.

Laat zien wat de juiste temperaturen zijn voor gekoeld en bevroren voedsel.

Verwarm voedsel tot de juiste temperatuur

Verwarm voedsel tot minimaal 60°C om bacteriën te doden.

Laat zien wat de minimale temperatuur is om bacteriën te doden.

Koel voedsel snel af tot de juiste temperatuur

Koel voedsel binnen 2 uur terug naar onder de 7°C om de groei van bacteriën te voorkomen.

Laat zien hoe je voedsel snel kunt afkoelen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.