Na deze les:
- Weet je wat genen en allelen zijn
- Weet je wat wordt bedoeld met homo- en heterozygoot
- Weet je wat wordt bedoeld met dominant en recessief
- Kan je een Punnett square invullen
- Kan je berekenen welk genotype een bepaald percentage nakomelingen heeft.
- Kan je bepalen welk fenotype daar bij hoort.
- Weet je wat wordt bedoeld met intermediaire kruisingen.