Zinnen maken - voltooide tijd

Voltooide tijd
Dit gaan we deze les doen:

wat is de voltooide tijd
hoe maak je een voltooid deelwoord?
hoe maak je de voltooide tijd?
zinnen maken in de voltooide tijd
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voltooide tijd
Dit gaan we deze les doen:

wat is de voltooide tijd
hoe maak je een voltooid deelwoord?
hoe maak je de voltooide tijd?
zinnen maken in de voltooide tijd

Slide 1 - Diapositive

Wat heb je in de vakantie gedaan?

Slide 2 - Question ouverte

Hoe maak je een voltooid deelwoord?
neem de ik-vorm van het ww.
zet "ge" er voor
laatste letter in "softketchup"?   dan een "t" erachter
laatste letter NIET in "softketchup"? dan een "d" erachter

Slide 3 - Diapositive

Voltooide tijd
                                                                                   wonen
1. Maak de ik-vorm   -------------------      ik woon
2. t of d? Softketchup laatste letter ik-vorm    
                                 ------------------------      n -> d
3. hebben of zijn?   --------------------      hebben
4 ge + ik-vorm + t/d     -----------------      ge+woon+d = gewoond
                               Ik heb in Hardenberg gewoond.

Slide 4 - Diapositive

Voltooide tijd
                                                                                   fietsen
1. Maak de ik-vorm   -------------------      ik fiets
2. t of d? Softketchup laatste letter ik-vorm    
                                 ------------------------      s -> t
3. hebben of zijn?   --------------------      hebben
4 ge + ik-vorm + t/d     -----------------      ge+fiets+t = gefietst
                               Ik heb gisteren 10 kilometer gefietst.

Slide 5 - Diapositive

Voltooide tijd
hebben / zijn
sommige ww. gebruiken "hebben" in de voltooide tijd 
andere ww. gebruiken "zijn" in de voltooide tijd

ik heb gefietst
ik ben geweest

het voltooid deelwoord staat ALTIJD achteraan in de zin

Slide 6 - Diapositive

Uitzonderingen
Onregelmatig: krijgt een eigen vorm. 
Doen - gedaan, Schrijven - geschreven, Kopen - gekocht, 
Lopen - gelopen, Hebben - gehad, Zijn - geweest

Werkwoorden die beginnen met her-, ont-, ver-, be-, ge-
Herinneren - herinnerd,       onthouden - onthouden,       vergeten - vergeten, beginnen - begonnen,       gebruiken - gebruikt

Slide 7 - Diapositive

Waar heb jij gewoond?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is een goede zin?
er zijn er 2 goed
A
Ik heb in Frankrijk gewoont.
B
Ik ben in Frankrijk geweest.
C
Ik heb in Frankrijk gewoond.
D
Ik heb in Frankrijk geweest.

Slide 9 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van
"wandelen"?
A
gewandelt
B
gewandeld

Slide 10 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van
"wachten"?
A
gewacht
B
gewachtt
C
gewachd

Slide 11 - Quiz

Wat is de voltooide tijd van:
fietsen, luisteren, hebben, zijn?

Slide 12 - Question ouverte

Wat heb je vanmorgen gedaan?

Slide 13 - Question ouverte

Fiets jij soms naar school?
Antwoord in de voltooide tijd (zijn)

Slide 14 - Question ouverte

Wat heb je vanmorgen gedaan?

Slide 15 - Question ouverte

Wat heb jij in de vakantie gekocht?
Antwoord in de voltooide tijd (hebben)

Slide 16 - Question ouverte

Wat heb jij gisteren gegeten?
Antwoord in de voltooide tijd (hebben)

Slide 17 - Question ouverte

Maak een zin met: wandelen
(regelmatig - hebben)

Slide 18 - Question ouverte

Maak een zin met wachten
(regelmatig - hebben)

Slide 19 - Question ouverte