Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Oefenvragen Sport en gedrag
Leereenheid 1 Gedrag en motivatie
Slide 1 - Diapositive
Hoe noem je de wetenschap die zich bezig houdt met het gedrag van mensen?
A
Sociologie
B
Pedagogiek
C
Psychologie
D
Motoriek
Slide 2 - Quiz
Onderzoek naar hoe mensen in groepsverband leven heet:
A
Sociologie
B
Pedagogiek
C
Psychologie
D
Motoriek
Slide 3 - Quiz
Het opvoedingsproces noemen we ook wel...
A
Sociologie
B
Pedagogiek
C
Psychologie
D
Motoriek
Slide 4 - Quiz
Noem een voorbeeld van non-verbale communicatie
Slide 5 - Question ouverte
Het motorisch aspect van gedrag valt onder
A
Denken
B
Voelen
C
Doen
D
Willen
Slide 6 - Quiz
Het cognitieve aspect van gedrag valt onder
A
Denken
B
Voelen
C
Doen
D
Willen
Slide 7 - Quiz
Het sociaal affectieve aspect van gedrag valt onder
A
Denken
B
Voelen
C
Doen
D
Willen
Slide 8 - Quiz
Noem een voorbeeld van cognitief gedrag
Slide 9 - Question ouverte
Onder welk gedragsaspect valt een harde service met volleybal?
Slide 10 - Question ouverte
Onder welk gedragsaspect valt spelregelkennis?
Slide 11 - Question ouverte
Gedragsdeterminanten zijn
A
Factoren die gedrag bepalen
B
Gedrag dat de mens laat zien
C
Ongewenst gedrag
D
Gewenst gedrag
Slide 12 - Quiz
Gedragsdeterminanten: De omgeving waarin je opgroeit valt onder
A
Psychosociale factoren
B
Aanlegfactoren
C
Organische factoren
D
Belevingsfactoren
Slide 13 - Quiz
Gedragsdeterminanten. Uitbundig gedrag door alcoholgebruik valt onder
A
Psychosociale factoren
B
Aanlegfactoren
C
Organische factoren
D
Belevingsfactoren
Slide 14 - Quiz
Gedragsdeterminanten Verdrietig zijn omdat je vriend(innet)je het uit heeft gemaakt
A
Psychosociale factoren
B
Aanlegfactoren
C
Organische factoren
D
Belevingsfactoren
Slide 15 - Quiz
Gedragsdeterminanten Persoonlijkheidseigenschappen die vanaf je geboorte al zichtbaar zijn
A
Psychosociale factoren
B
Aanlegfactoren
C
Organische factoren
D
Belevingsfactoren
Slide 16 - Quiz
Sportmotieven: tijdens het sporten mensen ontmoeten
A
Compensatie motief
B
Sociaal motief
C
Prestatie motief
D
Vrijetijdsmotief
Slide 17 - Quiz
Sportmotieven: Sporten als uitlaatklep
A
Compensatie motief
B
Sociaal motief
C
Prestatie motief
D
Vrijetijdsmotief
Slide 18 - Quiz
Sportmotieven: Sporten omdat je het leuk vindt
A
Compensatie motief
B
Sociaal motief
C
Prestatie motief
D
Intrinsiek motief
Slide 19 - Quiz
Sportmotieven: Sporten omdat je beter wilt worden
A
Compensatie motief
B
Esthetisch motief
C
Prestatie motief
D
Intrinsiek motief
Slide 20 - Quiz
Sportmotieven: Sport om hart en vaat ziekten te voorkomen
A
Gezondheids motief
B
Esthetisch motief
C
Prestatie motief
D
Intrinsiek motief
Slide 21 - Quiz
Sportmotieven: Sport om er goed uit te zien
A
Gezondheids motief
B
Esthetisch motief
C
Prestatie motief
D
Intrinsiek motief
Slide 22 - Quiz
De allereerste behoefte van de piramide van Maslow is..
A
Zelfontwikkeling
B
Veiligheid
C
sociale behoefte
D
Lichamelijke behoefte
Slide 23 - Quiz
De allerlaatste behoefte van de piramide van Maslow is..
A
Zelfontwikkeling
B
Veiligheid
C
Sociale behoefte
D
Lichamelijke behoefte
Slide 24 - Quiz
Wat is de juiste volgorde in behoeftes
A
Sociale behoefte, Veiligheid en Waardering
B
Veiligheid, Sociale behoefte en waardering
C
Sociale behoefte, Waardering en veiligheid
D
Waardering, Veiligheid en sociale behoefte
Slide 25 - Quiz
Sterre vindt het erg spannend om tijdens een turntraining een salto te maken, ze vertrouwt de assistent die staat te vangen niet. Aan welke behoefte ga je als trainer werken?