20-21 / Goederenstroom H3 par. 3.6 - IWO

Goederenstroom
Klas 1hodc
Schooljaar 2020-2021
Opleiding Ondernemer Retail
Docent: mevrouw Jansen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
RetailMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Goederenstroom
Klas 1hodc
Schooljaar 2020-2021
Opleiding Ondernemer Retail
Docent: mevrouw Jansen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
  • Uitleg par. 3.6 - inkoopwaarde van de omzet
  • Afgewisseld met oefenvragen en interactieve vragen

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen:
  • Je leert wat inkoopwaarde van de
      omzet is.
  • Je leert hoe je de inkoopwaarde
      van de omzet moet berekenen
      vanuit de verkochte voorraad.
  • Je leert hoe je de inkoopwaarde
      moet berekenen vanuit de omzet.

Slide 5 - Diapositive

Inkoopwaarde van de omzet (IWO)
  • Is het totale aantal artikelen dat verkocht is tegen inkoopprijzen.
  • Om de inkoopwaarde van de omzet uit te rekenen wil je dus eigenlijk
      weten hoeveel je hebt verkocht (tegen inkoopprijs).
  • Je kunt de inkoopwaarde van de omzet op twee manieren uitrekenen. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Een voorbeeld
  •  Van een artikelgroep zijn de volgende gegevens bekend:
                        - waarde van de voorraad op 1 januari: € 23.560
                        - waarde van de voorraad op 31 december: € 19.580
                        - totaalbedrag inkopen (excl. btw) in dat jaar: € 55.670
                        - totaalbedrag creditnota's inkopen (excl. btw): € 2.200
  • Bereken de inkoopwaarde van de omzet (IWO)
  • Uitwerking zie op bord

Slide 9 - Diapositive

Beginvoorraad € 35.000 / eindvoorraad € 22.000 / waarde inkopen € 56.000 / Bereken de IWO

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Een voorbeeld
  • Dave heeft een sportwinkel
  • De brutowinst op de inkoopwaarde van de voetballen is 68%
  • De omzet van de voetballen was het afgelopen jaar € 4.250
  • Wat is de IWO en wat is de brutowinst in euro's?
  • Uitwerking zie op bord

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Een voorbeeld
  • Dave heeft een sportwinkel
  • De brutowinstmarge (= brutowinst van de omzet) van de voetbalshirtjes is 43%
  • De omzet van de voetbalshirtjes was het afgelopen jaar € 18.240
  • Wat is de IWO en wat is de brutowinst in euro's?
  • Uitwerking zie op bord

Slide 14 - Diapositive

Een winkel verkoopt sieraden / de brutowinst op armbanden is 28% van de IWO / de omzet is € 380.000 / wat is de IWO in euro's ?

Slide 15 - Question ouverte

Wat hebben jullie deze les geleerd?
Berekenen IWO op twee manieren:
  1. Vanuit de verkochte voorraad door uit te gaan van de inkopen en de verandering van de voorraad (beginvoorraad + inkopen - eindvoorraad)
  2. Vanuit de omzet door van de verkopen (= omzet) de brutowinst af te halen om de IWO te berekenen (omzet - IWO = brutowinst)

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk voor na de examenweek 
  • Maken H3 vraag 52 t/m 65 (par. 3.6) op pag. 129 t/m 132
  • Huiswerkopdracht en inleverdatum zie in Teams 

Slide 17 - Diapositive