Lidwoorden en zelfstandige naamwoorden

WELKOM
3 Kader
Welkom

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

WELKOM
3 Kader
Welkom

Slide 1 - Diapositive

Telefoons inleveren

Slide 2 - Diapositive

Magister
Kan iedereen nu in Magister?
Wie kan Magister niet in de app openen?

Slide 3 - Diapositive

Rondvraag
Ik heb een vraag....

Slide 4 - Diapositive

Cursus 5 Grammatica
Zelfstandignaamwoord en lidwoord.

Slide 5 - Diapositive

Lesdoel

Ik kan lidwoorden en

zelfstandignaamwoorden

herkennen en benoemen in een zin.

Slide 6 - Diapositive

Aan de slag...

Kopie lidwoorden / zelfstandige naamwoorden


Kies van elke opdracht... zinnen 

Daarna... kijk elkaars antwoorden na en bespreek dit met elkaar.


Een zin kun je verdelen in losse woorden.

Die woorden kun je allemaal een naam geven.

Sommigen krijgen dezelfde naam.

Dit heet een woordsoort.

Slide 7 - Diapositive

Aan de slag...

Kopie lidwoorden / zelfstandige naamwoorden


Kies van elke opdracht... zinnen 

Daarna... kijk elkaars antwoorden na en bespreek dit met elkaar.


Lidwoord: ( LW)

de, het, een

Een lidwoord (LW) staat altijd vóór een zelfstandig naamwoord.

Slide 8 - Diapositive

Wat is een lidwoord?
A
De
B
Geluk
C
Prijs
D
verkoper

Slide 9 - Quiz

boek
A
de
B
het

Slide 10 - Quiz

kast
A
de
B
het

Slide 11 - Quiz

meisje
A
het
B
de

Slide 12 - Quiz

konijn
A
het
B
de

Slide 13 - Quiz

bal
A
de
B
het

Slide 14 - Quiz

Noem eens een
zelfstandig naamwoord.

Slide 15 - Carte mentale

Zelfstandig naamwoord 
- Meestal kun je er een lidwoord voor zetten 
- Kun je van het enkelvoud in het meervoud zetten en andersom
- Kun je een verkleinwoord van maken 

Mensen - dieren - dingen - planten - Eigen namen 

Slide 16 - Diapositive

Noem vier zelfstandig naamwoorden die je in de klas ziet.

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Vidéo

Welke lidwoorden ken je?
A
man - vrouw - kind
B
loop - zing - dans
C
de - het - een
D
ik - jij - hij

Slide 19 - Quiz

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de ,het, een
B
namen van: mensen, dieren, dingen, planten en eigen namen
C
bijvoeglijke naamwoorden
D
geen idee

Slide 20 - Quiz

Wat zijn lidwoorden?
A
zijn en worden
B
de, het en een
C
ik, hij en wij
D
het onderwerp van de zin

Slide 21 - Quiz

De afkorting voor een lidwoord is...
A
BN
B
ZN
C
LV
D
LW

Slide 22 - Quiz

De afkorting voor een zelfstandig naamwoord is....
A
PV
B
ZN
C
LW
D
BN

Slide 23 - Quiz

Welke woord in de zin is een zelfstandig naamwoord?
Een mooie nieuwe fiets.
A
Een
B
mooie
C
fiets
D
nieuwe

Slide 24 - Quiz

Welke woorden zijn zelfstandige naamwoorden?
A
Mark
B
rijden
C
prachtige
D
schoolgebouw

Slide 25 - Quiz

Zelf aan de slag!
  • Nu mag je zelf aan de slag.

  • Blz. 202  Maak opdracht: 1, 2 en 3 in je schrift

klaar? 

Kom je werk laten zien en een opdracht halen.
     

Slide 26 - Diapositive




Tot de volgend keer!

Slide 27 - Diapositive