week 16-2

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

ga zitten volgens jullie plattegrond

pak boek B

Bonjour à toutes et à tous

1. Nous sommes quel jour aujourd'hui?
    
2. Il est quelle heure?
    
3. Présente-toi

Aujourd'hui

• nakijken huiswerk
• herhaling Hoofdstuk 5 
• S.O. van Hoofdstuk 5 is na de vakantie
• Uitleg Tâche

Châpitre 5 

page 31

nakijken huiswerk:

• maken oef. 23a + lees tekst blz 31

maak oef 24a+b

E. Châpitre 5 

page 32

• 25a - betekenis van woorden raden
• maak excercise 25b & c
• 26a & b & c

Châpitre 5 

page 34

• 27b Iemand omschrijven
• luister naar de zinnen
• 27d werk in 2-tallen en maak zoveel mogelijk zinnen
• 28a - bereid in 2-tallen dit gesprek voor, verander beide van rol

Waaruit bestaat de Passé Composé?

Wat is de passé composé?

Wat is de passé composé?

1. toekomende tijd
2. tegenwoordige tijd
3. verleden tijd

avoir = hebben

 il,elle,on

nous

 vous

ils,elles

tu

j'

avons

ont

ai

avez

as

a

zoek de juiste vertalingen bij elkaar

blanc

trop bien

les lunettes

sans

wit

te gek

de bril

zonder

zoek de juiste vertalingen bij elkaar

c'est mon ami

ton frère est comment?

avec qui?

Oui, c'était super

het is mijn vriend

hoe ziet jouw broer eruit?

met wie?

ja het was super

présent (t.t.)

passé composé

Je regarde Netflix

Luc et Sophie parlent français

On a fêté l'anniversaire

Vous avez invité Luc?

Sleep de vervoegingen naar het juiste vakje

Passé composé

Geen passé composé

Je trouve

Il parle

Ils ont oublié

Nous avons regardé

J'ai acheté

Nous cherchons

Vous habitez

Vous avez fermé

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Avoir (hebben)

ai

as

a

avons

avez

ont

(wij) hebben

(jullie) hebben

(zij) hebben

(u) heeft

avons

avez

avez

ont

avoir

• Vul het blaadje in voor de Tâche
  
  wanneer je klaar bent: 
• ga leren met Learnbeat of slim stampen
  woorden Hoofdstuk 5