Hoofdstuk 5 - 01

Balans
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Balans

Slide 1 - Diapositive

Leergesprek : DDU 
Wat is evenwicht ? 
Hoe ontstaat evenwicht? 


Wat is een balans?

Slide 2 - Carte mentale

Leergesprek : 
Wat is evenwicht ? 
Hoe ontstaat evenwicht? 

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Een balans is ongeveer hetzelfde als een investeringsbegroting
A
waar
B
onwaar

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De debetzijde oftewel passivazijde van de balans staat links
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke 3 groepen kun je de debetzijde van de balans verdelen?
A
Activa, Passiva en Liquide middelen
B
Vaste activa, Vlottende activa en Passiva middelen
C
Vaste activa, Vlottende activa en Liquide middelen
D
Activa, Vaste activa en Vlottende middelen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een debiteur is een klant die nog moet betalen voor het product dat hij gekocht heeft
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn vaste activa ?
A
Bezittingen die korter dan één jaar meegaan, bijv. voorraden en debiteuren
B
Schulden die korter dan één jaar meegaan, bijv. voorraden en debiteuren
C
Schulden die langer dan één jaar meegaan, bijv. een bedrijfspand en inventaris
D
Bezittingen die langer dan één jaar meegaan, bijv. een bedrijfspand en inventaris

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een balans van een bedrijf?
A
een maandelijks overzicht van alles wat een bedrijf heeft
B
een overzicht van alle bezittingen en schulden op één bepaald moment
C
een halfjaarlijks overzicht van alle activa van een bedrijf
D
een kwartaal overzicht van alle passiva van een bedrijf

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn vlottende activa ?
A
Bezittingen die korter dan één jaar meegaan, bijv. voorraden en debiteuren
B
Bezittingen die langer dan één jaar meegaan, bijv. voorraden en debiteuren
C
Bezittingen en schulden die korter dan één jaar meegaan
D
Bezittingen en schulden die langer dan één jaar meegaan

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ander woord voor bezittingen
is activa
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Activa
Passiva
Eigen vermogen
Debiteuren
Fabriekslening
Kas
Auto
Hypothecaire lening
Voorraden
Bank
Bankrekening die rood staat
Inventaris
Voorschot a medewerker
Reserves

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

- hoofdstuk 5, $5.1 lezen 
- aub opgaven 1 t/m 7 maken
  (af voor 27 jan)... 
     

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions