BS 3 bevruchting

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren

Insectenbloem

Windbloem

BS 2 bestuiving 

Zie je het verschil?

Insectenbloemen

Windbloemen

Windbloemen

Kenmerken van insectenbloemen en windbloemen

Thema 6 BS3 Bevruchting

 - Herhaling BS 2

- begrippen:

bestuiving en stuifmeelbuis 

bevruchting

kiem en zaad

Nummer 4

1. Kruisbestuiving
2. Zelfbestuiving
3. Geen bestuiving

Bestuiving = stuifmeelkorrels op stempel zelfde soort

Bevruchting

Na bestuiving kan bevruchting plaatsvinden:

uit stuifmeelkorrel groeit een stuifmeelbuis,

deze groeit naar het zaadbeginsel met een eicel

Bevruchting: samensmelting van 

kern van eicel en de stuifmeelkorrel 

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?

1. wel bestuiving, geen bevruchting
2. zowel bestuiving als bevruchting
3. wel bevruchting, geen bestuiving
4. geen bestuiving, geen bevruchting

In welke volgorde verloopt de geslachtelijke voortplanting bij planten?

1. bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
2. bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
3. bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
4. bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving

meer informatie

meerdere stuifmeelbuizen tegelijk mogelijk

naar meerdere zaadbeginsels

kunnen meerdere bevruchtingen tegelijk plaatsvinden

Kiem

na bevruchting

bevruchte eicel deelt

ontstaat kiem

Zaad

na bevruchting

zaadbeginsel groeit

hieruit onstaat zaad

elk zaad bevat een kiem

na kiemen van zaad:

uit kiem: kiemplantje

zaadlob

worteltje, stengeltje en blaadjes = kiem

begrippen 

bestuiving  

stuifmeelbuis

bevruchting

kiem 

zaad

Bestuivingopdracht 

• Tekening en woordweb van insectenbloem en windbloem
  • In plaats van  huiswerk van BS 1 en 2
  

• je krijgt er een beoordeling voor (OVG)

•  Belangrijk: woorden in jouw  twee woordwebben passen bij de betreffende bloemen

• Deadline 7 juni 2020

1

Bestuivingopdracht 

• Installeer de Pl@ntnet app op je telefoon

• Ga naar buiten en maak een wandeling.

• Ga op zoek naar bloemen die door een insect worden bestoven en bloemen die door de wind worden bestoven. 

Maak van minimaal 3 verschillende bloemen per type een foto, dus 6 foto's in totaal. 

• Maak een woordweb met de tekening in het midden, van beide bloemen. Benoem alle onderdelen van de bloem en geef aan waarom het een insectenbloem is, of een windbloem. Zet er ook de soortnaam bij die je in de pl@ntnet app hebt gevonden. Zet onderaan de tekening in welke straat je de bloem hebt gevonden.

Bestuivingopdracht 

• Kies 1 insectenbloem en 1 windbloem uit om mee  te nemen

• Thuis maak je een tekening van beide bloemen die je hebt meegenomen, in het midden van een A4 

• Woordweb met tekening in het midden, van beide bloemen. Zet erbij:  waar gevonden, soortnaam, alle onderdelen  

en waarom het een insectenbloem is, of een windbloem

3

Huiswerk

huiswerk online methode:

Thema 6 BS 3 Opdrachten 1 t/m 5 + 7