Parlementaire democratie 3.2

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 4

Politieke stromingen 

inhoudsopgave

• Ideologieën
• liberalisme 
• socialisme 
• confessionalisme 
• populisme 
• Progressief vs conservatief  

Ideologieën 

• Betekenis: Een samenhangend geheel van ideeën over de samenleving  hoe die ingericht wordt
  
  
• Antwoord op twee vragen:
  1. Welke waarden en normen staan centraal?
  2.  Wat is de gewenste rol van de overheid op
         sociaaleconomisch gebied? 

Socialisme (sociaal democraten) 

• Waarde: gelijk waardigheid 
• inkomsten gelijkheid
• beschermen zwakkere in de samenleving 
• Grote rol van de overheid BV. Scandinavische landen 
• sociale gelijkheid 
• Links

Confessionalisme (christendemocraten)

• Waarde: harmonie
•  vanuit het christelijk geloof ( De bijbel staat centraal)
• rentmeesterschap ( de aarde hebben wij te leen)
• naastenliefde (mantelzorg)
• De overheid speelt een aanvullende rol. 

Liberalisme ( Liberalen)

• Waarde: Vrijheid
• Persoonlijke & economische vrijheid 
•  Het individu staat centraal
• Vrije markt economie 
• De overheid moet zich zo min mogelijk met zijn of haar burgers bemoeien.  BV. Amerika 
• Rechts 

Populisme (nationalisme)

• Zetten zich af tegen de Elite 
• zeggen wat de burgers willen horen 
• Voor de ''eenvoudige'' burger
•  niet rechts niet links. 
• Sterk Nationalistisch 

Progressief vs conservatief 

Progressief: vooruitstrevend. Partijen die dingen willen veranderen. 

Conservatief: behoudend. Partijen die dingen willen houden, zoals ze vroeger waren. 

Het homo huwelijk & abortus was verboden, maar dit is niet meer het geval. Is dit conservatief of progressief? 

Huiswerk 1e les volgende week

samenvatting 3.2