2.4 Neerslag

2.4
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2.4

Slide 1 - Diapositive

Lesinhoud
  • Leerdoelen

  • Uitleg 2.1

  • Zelfstandig werken / Huiswerk 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet hoe stijgingsneerslag en stuwingsneerslag ontstaan.


  • Je weet waarom er neerslag ontstaat bij een koufront en bij een warmtefront.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Water en land warmen snel of traag op. Welke klopt?
A
Land snel, water traag
B
Land traag, water snel
C
Land snel, water snel
D
Land traag, water traag

Slide 5 - Quiz

Het land warmt snel op en het water traag. Hoe zorgt de Nederlandse aanlandige wind voor mild weer?

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Wolken
  • De lucht zit vol met water: in gasvorm (waterdamp)
    - Ontstaan door verdampen van water of planten
  1. Warme lucht is lichter en stijgt op

 

Slide 8 - Diapositive

Wolken
  1. Warme lucht wordt steeds kouder
  2. Koude lucht kan minder waterdamp vasthouden
  3. Waterdamp condenseert weer in waterdruppels
  4. Kleine druppels blijven zweven 
  5. Ontstaan wolken

Slide 9 - Diapositive

Huiswerk
Paragraaf 2.4
Opdracht 1 t/m 5

Slide 10 - Diapositive

Hoe ontstaan wolken?

Slide 11 - Question ouverte

Neerslag
3 soorten neerslag:
  1. Stijgingsneerslag

  2. Stuwingsneerslag

  3.  Warmte- of koufront

Slide 12 - Diapositive

Stijginsregen
  1. Rond de evenaar is het heel warm 
  2. Warme lucht stijgt hoog op
  3. Na een tijd koelt de lucht af
  4. Veel/Grote neerslag

Slide 13 - Diapositive

Stuwingsregen
  1. Lucht soms ook omhoog door land
  2.  De bergkant waar de wind vandaan komt valt veel regen:
    - De loefzijde
  3. Aan de andere kant van de berg daalt de lucht en is het droog
    - De lijzijde

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Fronten
  1. Koude lucht is zwaarder dan warme lucht
  2. Als de twee botsen blijft de koude lucht altijd onder
  3. Een koufront ontstaat wanneer koude lucht onder warme lucht schijft
  4. Een warmtefront ontstaat als warme lucht over koude lucht schuift. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive