Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Weer en klimaat
H2 §3 De invloed van hoogte, zee en wind
Slide 1 - Diapositive
Huiswerk nakijken.
Doelen van §2.3
- Je weet welke invloed hoogte, wind, zee en zeestromen hebben op de temperatuur.
Slide 2 - Diapositive
Hoeveel procent van de zonnestralen, komt op aarde terecht?
A
20%
B
33%
C
50%
D
75%
Slide 3 - Quiz
Wat is de juiste volgorde van deze gebeurtenissen? A. De helft van de zonnestralen komt op aarde terecht. B. Aarde geeft de warmte af aan atmosfeer C. Zonnestralen verwarmen het aardoppervlak D. Zonnestralen beschijnen de aarde
Slide 4 - Question ouverte
De atmosfeer wordt van onderaf verwarmd
waar
niet waar
Slide 5 - Sondage
Leg in je eigen woorden uit waarom het op een bergtop kouder is dan aan de voet van een berg?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Ik ga een berg beklimmen. Bij het startpunt is het 18 graden. Hoe koud is het als ik 500m omhoog klim?
A
Temperatuur blijft gelijk
B
15°C
C
21°C
D
12°C
Slide 8 - Quiz
Op 2500m (startpunt) is het 18C.
Elke 100m hoger, koelt het af met 0,6C.
Op 3000m ben ik dus al 500m hoger.
500m : 100m = 5
Dus: 5 x0,6= 3 graden kouder dan het startpunt.
18 - 3 = 15 graden
Slide 9 - Diapositive
Welke oorzaken zorgen voor temperatuurverschillen?
Slide 10 - Carte mentale
Zee of land Wat gebeurt er met de temperatuur?
A
Land en zee koelen even snel af
B
Land en zee warmen even snel op
C
Zee warmt sneller op dan land
D
Land warmt sneller op dan zee
Slide 11 - Quiz
In welke maand is het water van de Noordzee het warmst?
A
Januari
B
Maart
C
Mei
D
September
Slide 12 - Quiz
Zeestromen: het verplaatsen van water in oceanen en zeeën.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Dus.... uit welk warm land komt een deel van ons zeewater?
A
Mexico
B
Suriname
C
Verenigde Staten
D
Curaçao
Slide 15 - Quiz
De wind waait van zee naar land. Dit is een aflandige wind.
waar
niet waar
Slide 16 - Sondage
De warme zeestroom zorgt in de winter voor een lekker briesje (niet ijskoud!) en in de zomer zorgt de zee voor een koel briesje. Daarom hebben we in Nederland relatief (gemiddeld) milde winters en geen bloedhete zomers.
Slide 17 - Diapositive
Doelen van §2.3
- Je weet nu welke invloed hoogte, wind, zee en zeestromen hebben op de temperatuur.