Gouden Eeuw quiz

Gouden Eeuw
Herhalingsquiz
+ oefenvragen toets
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Gouden Eeuw
Herhalingsquiz
+ oefenvragen toets

Slide 1 - Diapositive

Waar was een tekort aan in Nederland en moesten de kooplui kopen in Noord-Europa?
A
Vlees
B
Graan en hout
C
Specerijen
D
Zout en haring

Slide 2 - Quiz

Wat verhandelden de Nederlanders veel vóór de Gouden Eeuw?
A
Kaas
B
Graan
C
Specerijen
D
Porselein

Slide 3 - Quiz

Waar kun je specerijen voor gebruiken?
A
Om eten langer houdbaar te maken
B
Om eten lekkerder te maken

Slide 4 - Quiz

Wat is een compagnie?
A
Alleen de VOC
B
Alleen de WIC
C
Een groep soldaten
D
Een handelsvereniging

Slide 5 - Quiz

Noem twee specerijen waar de VOC in handelde.

Slide 6 - Question ouverte

Waar handelde de WIC niet in?
A
Slaven
B
Cacaobonen
C
Suiker
D
Nootmuskaat

Slide 7 - Quiz

Welke handelsroute
zie je op de afbeelding?
A
Driehoekshandel
B
Handel in specerijen door de VOC
C
Oostzeehandel
D
Slavenhandel

Slide 8 - Quiz

Welke stad was geen stapelmarkt?
A
Amsterdam
B
Antwerpen
C
Rotterdam

Slide 9 - Quiz

Wat is een stadhouder?
A
Legeraanvoerder
B
Burgemeester
C
Voorzitter van Staten-Generaal
D
Hoogste baas van de VOC

Slide 10 - Quiz

Waar bestond vroeger de Staten-Generaal uit?
A
Burgemeesters
B
Vertegenwoordigers uit de gewesten
C
1e en 2e kamer
D
Ministers en de koning

Slide 11 - Quiz

Wie is dit?
A
Michiel de Ruyter
B
Jan Steen
C
Stadhouder Prins Maurits
D
Piet Hein

Slide 12 - Quiz

Tegenwoordig vormen de Eerste en Tweede Kamer samen de.....
A
Staten-Generaal
B
Monarchie
C
Regentschap
D
Stadhouder

Slide 13 - Quiz

De Gewestelijke Staten was...
A
Prins Maurits en Johan van Oldenbarnevelt
B
Staten-Generaal en de Stadhouder
C
Het bestuur van een gewest (provincie)
D
Het bestuur van een stad

Slide 14 - Quiz

Wat was er zo bijzonder aan de schilderijen uit de Gouden Eeuw?

Slide 15 - Question ouverte

Wie was geen schilder?
A
Rembrandt van Rijn
B
Johannes Vermeer
C
Jan Steen
D
Hugo de Groot

Slide 16 - Quiz

Wie vond de microscoop uit?
A
Hugo de Groot
B
Antoni van Leeuwenhoek
C
Piet Hein
D
Christiaan Huygens

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Waarom past dit schilderij bij de wetenschappelijke revolutie?

Slide 19 - Question ouverte

Wie vond dit voorwerp uit? Wat is het?
A
Hugo de Groot, stoommachine
B
Antoni van Leeuwenhoek, microscoop
C
Piet Hein, kompas
D
Christiaan Huygens, slingeruurwerk

Slide 20 - Quiz

Oefenvragen toets
Je mag deze overschrijven!

Slide 21 - Diapositive

Wat heeft de verdraagzaamheid in de Republiek te maken met de opkomst van de Wetenschappelijke Revolutie?

Slide 22 - Diapositive

Antwoord:
De Republiek was tolerant (accepteren mensen van andere religies en ideeën), waardoor wetenschappers vrij konden denken en werken zonder angst voor vervolging vanwege religieuze of politieke overtuigingen. 
Dit zorgde ervoor dat de Wetenschappelijke Revolutie op kon komen in de Republiek.

Slide 23 - Diapositive

De periode van de 17e eeuw werd heel lang de Gouden Eeuw genoemd.
-Waarom werd de 17e eeuw vaak de Gouden Eeuw genoemd?
-Waarom vinden tegenwoordig veel mensen dat dit begrip afgeschaft zou moeten worden?

Slide 24 - Diapositive

Antwoord:
Omdat de Republiek in de 17e eeuw op vlak van handel, cultuur, wetenschap,… heel welvarend/succesvol was. 

Het was alleen niet voor iedereen in de wereld en in de Republiek welvaren/goud, er was o.a. slavernij, onderdrukking in kolonies, armoede,… Ook is er heel veel geld verdiend over de ruggen van anderen/ten kosten van anderen.

Slide 25 - Diapositive

Gebruik de bron.

 
Leg uit wat dit voorwerp te maken heeft met het begrip driehoekshandel.

Slide 26 - Diapositive

Antwoord:
Wat zie je op de bron??
Je ziet op de bron een brandijzer die voor slaven werden gebruikt. Op deze manier zie je wie de eigenaar van een slaaf was. 

Slavenhandel in Amerika werd gedaan door de WIC. Hun handelsroute ging via de Westkust van Afrika waar ze slaven meebrachten naar Amerika.  Deze handelsroute werd Driehoekshandel genoemd.

Slide 27 - Diapositive