B1 herhaling algemene spelling

Herhaling Spelling PTO4
Herhaling uitleg voor de toets
Quizvragen in Lessonup

Tijd over? Huiswerk nakijken
Voorlezen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Spelling PTO4
Herhaling uitleg voor de toets
Quizvragen in Lessonup

Tijd over? Huiswerk nakijken
Voorlezen

Slide 1 - Diapositive

Waar gaat de toets over?
Woorden los of aan elkaar
Tussenklank -n
Andere tussenklanken
Lange en korte klanken
Lastige woorden

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

'Die dames fietsen/damesfietsen altijd zo hard'
A
dames fietsen
B
damesfietsen

Slide 10 - Quiz

Mijn oma heeft wel acht klein kinderen/kleinkinderen.
A
klein kinderen
B
kleinkinderen

Slide 11 - Quiz

Hoe smaakte de blauwebessencake/blauwe bessencake?
A
Blauwebessencake
B
blauwe bessencake

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

rijst + pap = ....

Slide 14 - Question ouverte

paard + bloem = ....

Slide 15 - Question ouverte

kind + fiets = ....

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Ik slaap vannacht in een hottel/hotel
A
hottel
B
hotel

Slide 20 - Quiz

Morgen koop ik nieuwe vaasen/vazen/vassen voor mijn bloemen.
A
vaasen
B
vazen
C
vassen

Slide 21 - Quiz

Gooi jij dit even in de prulenbak/prullenbak?
A
prulenbak
B
prullenbak

Slide 22 - Quiz

Dat apparaat/aparaat doet het telkens niet!
A
Apparaat
B
Aparaat

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Ik stroop mijn mouwen/mauwen op.
A
mouwen
B
mauwen

Slide 27 - Quiz

Zij heeft haar pijlen/peilen op hem gericht.
A
Pijlen
B
Peilen

Slide 28 - Quiz

Heb je die briefen/brieven al verzonden?
A
briefen
B
brieven

Slide 29 - Quiz

Gaat dat automatisch/outomatisch open?
A
automatisch
B
outomatisch

Slide 30 - Quiz

Hoeveel vertrouwen heb jij in de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage