Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 70 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
4 x 4/1 = 16. 8 - 16 + 8 = 0
Slide 3 - Diapositive
Korting
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Je koopt een nieuwe fiets zodat je nog harder naar school kunt racen. De fiets kost €680,-. In de folder staat een aanbieding voor deze fiets met 20% korting. Hoeveel korting krijg je op deze fiets? €...,...
Slide 6 - Question ouverte
met welk percentage is het handig rekenen als je 35% korting krijgt?
A
35%
B
65%
C
60%
D
40%
Slide 7 - Quiz
Je koopt een lekker luchtbed om in het zwembad te gaan chillen. Dit luchtbed kost in de winkel €5,50. Je krijgt 24% korting. Wat kost het luchtbed nu? €...,...
Slide 8 - Question ouverte
Meer dan 100%
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
De boodschappen worden duurder. De prijs van een broodje wordt 2% duurder. Hoeveel kost dat lekkere broodje straks als het broodje nu €1,50 kost. €...,...
Slide 11 - Question ouverte
Willem gaat naar de groothandel om een tree cola blikjes te kopen. In de groothandel geven ze prijzen altijd weer zonder btw. De tree cola blikjes kost in de groothandel €9,00. De btw op blikjes frisdrank is 21%. Wat moet Willem bij de kassa afrekenen? €...,...