Pincode H5 formatieve toets

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Wat is een voorbeeld van marketing?

1. korting geven op je product
2. je product mooi inpakken
3. 7 dagen per week open zijn
4. goede garantie geven

Wie zijn de aanbieders op de woningmarkt?

1. de mensen die een huis willen kopen
2. de mensen die hun huis willen verkopen
3. de mensen een huis gaan bekijken
4. de mensen die hun huis gaan verbouwen

Als jij naar de weekmarkt in Leeuwarden gaat om groente en kaas te gaan kopen, dan ben je een ...

1. vrager
2. aanbieder
3. beiden
4. geen van beiden

Als je een vakantiehuisje huurt in de schoolvakanties is deze duurder dan buiten de schoolvakanties.

Waardoor komt dat?

1. de vraag naar vakantiehuisjes is kleiner in de schoolvakanties
2. het aanbod van vakantiehuisjes is kleiner in de schoolvakantie
3. de vraag naar vakantiehuisjes is groter in de schoolvakanties
4. het aanbod van vakantiehuisjes is groter in de schoolvakanties

De fiets die je hebt gekregen kostte € 620. De fietsenwinkel kocht deze fiets bij de groothandel in voor € 400.

Wat is de brutowinstmarge in euro's?

1. € 120
2. € 220
3. € 620
4. € 1020

De fiets die je hebt gekregen kostte € 620. De fietsenwinkel kocht deze fiets bij de groothandel in voor € 400.

Wat is de brutowinstmarge in procenten (van de inkoopprijs)?

1. 21,6%
2. 35,5%
3. 55,0%
4. 61,3%

Op een dag verkoop je 225 ijsjes voor € 0,75 per stuk.

Wat is je afzet?

1. € 168,75
2. 225
3. € 225
4. 275

Op een dag verkoop je 225 ijsjes voor € 0,75 per stuk.

Wat is je omzet?

1. € 168,75
2. 225
3. € 225
4. 275

Op een dag maak je € 105 omzet met de verkoop van ijsjes.
Je verkoopt ze voor € 0,75 per stuk.

Wat is je afzet?

1. 105
2. 115
3. 130
4. 140

Wat voor soort belasting is BTW?

1. directe belasting
2. indirecte belasting
3. inkomsten belasting
4. geen belasting

Wat is op dit moment het percentage van het lage BTW- tarief?

1. 0%
2. 6%
3. 9%
4. 21%

Wat is het BTW-percentage op een panini broodje in de schoolkantine?

1. 0%
2. 6%
3. 9%
4. 21%

De verkoopprijs van een fiets is € 500.

Hoeveel is de consumentenprijs?

1. € 500
2. € 530
3. € 545
4. € 605

Een panini broodje in de schoolkantine kost € 2,25.

Wat is de verkoopprijs (exclusief BTW)?

1. € 1,87
2. € 2,06
3. € 2,12
4. € 2,25

Een Samsung Galaxy A34 128GB kost bij Coolblue € 389.

Hoeveel BTW zit daar in?

1. € 32,12
2. € 35,01
3. € 67,51
4. € 81,69

Je verkoopt 20 paar schoenen voor € 49.
De inkoopprijs was € 32 per paar.
De bedrijfskosten zijn € 80.
Hoeveel is je omzet?

1. € 340
2. € 640
3. € 900
4. € 980

Je verkoopt 20 paar schoenen voor € 49.
De inkoopprijs was € 32 per paar.
De bedrijfskosten zijn € 80.
Hoeveel is je brutowinst?

1. € 170
2. € 200
3. € 340
4. € 410

Wat is een voorbeeld van bedrijfskosten?

1. afzet
2. huur
3. inkoopwaarde
4. omzet

Je verkoopt 20 paar schoenen voor € 49.
De inkoopprijs was € 32 per paar.
De bedrijfskosten zijn € 80.
Hoeveel is je nettowinst?

1. € 170
2. € 260
3. € 290
4. € 340

Een Samsung Galaxy A34 128GB kost bij Coolblue € 389.

Hoeveel BTW zit daar in?

1. € 32,12
2. € 35,01
3. € 67,51
4. € 81,69