Teach Your Talent - SMART & Rubric

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

SMART DOELEN

Slide 2 - Diapositive

Wat weten jullie al van SMART doelen?

Slide 3 - Carte mentale

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?


  • Je weet wat je moet doen/ gericht te werk
  • Je vergroot daarmee de kans dat je het doel behaalt
  • Je kan controleren of je het doel hebt behaald 
  • Zelfvertrouwen op te bouwen (ik kan het!)

Slide 4 - Diapositive

Belangrijkst regel 
Specifiek zijn 
Waarom is meer sporten of meer afvallen geen specifiek doel?



Slide 5 - Diapositive

Specifiek
  • Voorkomen dat het doel vaag is.
  • Wat moet ik doen om dit doen te behalen?
  • Wat wil je bereiken?
  • Wie zijn erbij betrokken?
  • Waar ga je het doel uitvoeren?
  • Is het een concreet doel?
  • Waarom wil je dit doel bereiken? 

Slide 6 - Diapositive

Meetbaar 
Wanneer weet je of je je doel hebt bereikt? Je doel moet meetbaar zijn. Bij afvallen kun je kiezen voor aantal kilo’s. Bij sporten kun je kiezen voor het aantal sportsessies per week.

 

Slide 7 - Diapositive

Acceptabel
  • Sluit het doel aan bij de opdracht?
  • Je weet waarom je het doel wilt bereiken

Slide 8 - Diapositive

Realistisch 
  • Is het doel haalbaar?
  • Niet te moeilijk en niet te makkelijk

Slide 9 - Diapositive

Tijdgebonden
  • Wat is de periode dat het doel gerealiseerd moet zijn?
  • Wanneer ben je klaar?
  • Wanneer is het doel behaald? 


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Door elke dag een uurtje te fietsen wil ik na 10 weken 2,5 kilo afvallen.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 12 - Quiz

Ik wil dat mevr. Jansen tijdens het ontbijt voldoende eet.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 13 - Quiz

Ik wil dat mevr. Jansen tijdens het ontbijt voldoende eet: maak hem smart.

Slide 14 - Question ouverte

Maak voor jezelf een SMART leerdoel.

Slide 15 - Question ouverte

TIPS om doelen smart te formuleren 
Niet toepassen:
  • meer
  • beter
  • veel
  • weinig
  • goed
  • voldoende
Wel toepassen:
  • Ik kan...
  • Binnen nu en...
  • Over 2 maanden 
  •  

Slide 16 - Diapositive

Waar staat de afkorting SMART voor?

Slide 17 - Question ouverte



Hoe kan je beoordelen of iemand het SMART leerdoel heeft behaald?

Slide 18 - Diapositive



Deel jouw SMART doel op in kleinere subdoelen en verwerk deze in een rubric.

Slide 19 - Diapositive

Rubric

Slide 20 - Diapositive

Rubric

Slide 21 - Diapositive

Voorbeeld SMART leerdoel:
“In drie uur tijd leer ik mijn klasgenoten beter hard te lopen door hen meer kennis bij te brengen over hoe de spieren van het been in elkaar zitten en dit met hen in de praktijk te oefenen”.

Slide 22 - Diapositive

Subdoelen:
1. Kennis over de spieren
2. Oefenen met hardlopen
3. Groei in hardlopen

Slide 23 - Diapositive

Voorbeeld rubric bij SMART doel:

Slide 24 - Diapositive

Opdracht:
1. Doorloop bladzijde 8 (De lesvoorbereiding) t/m 12 (Rubric) van je Teach your Talent boekje.
2. Zet jullie SMART leerdoel en rubric (minimaal 3, maximaal 7 onderwerpen die je wilt beoordelen) in een Word bestand.
3. Upload deze in ItsLearning (Profilering in Internationalisering)

Slide 25 - Diapositive