Ster in Lezen les 4.4
1 / 39
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
ijs
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Wie zegt: 'Ga je mee naar het meer?'
Slide 7 - Question ouverte
Wie gaan naar het meer?
A
Tuu en Mel
B
Mel en een man
C
Mel en Sam
D
Milka en sam
Slide 8 - Quiz
Wat is er gebeurd bij het meer?
Slide 9 - Question ouverte
Zoek bij elkaar.
Winter
Zomer
Herfst
muts
zwemkleding
regen
Sneeuw
Warm
paddestoelen
Slide 10 - Question de remorquage
Welke kleren doe je aan in de winter?
Slide 11 - Question ouverte
Wie helpt de man?
A
Sam
B
Mel
C
de man
D
Tuu
Slide 12 - Quiz
Hoe helpt Sam de man?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Maak een zin met "hij pakt".
Slide 17 - Question ouverte
Waar zie je "ijs"?
A
B
C
D
Slide 18 - Quiz
Maak een zin met "heet".
Slide 19 - Question ouverte
Zoek een foto van "het meer".
Slide 20 - Question ouverte
Wat zie je hier?
A
ze vliegt
B
ze ligt
C
zij valt
D
ze loopt
Slide 21 - Quiz
Zoek een foto van "de tak".
Slide 22 - Question ouverte
Maak een zin met "hij roept".
Slide 23 - Question ouverte
Wat zie je hier?
A
de hant
B
de arm
C
de voet
D
de hand
Slide 24 - Quiz
Zoek een foto van "helpen".
Slide 25 - Question ouverte
Maak een zin met "zij doet".
Slide 26 - Question ouverte
Wat zie je hier?
A
Hij roept
B
Zij pakt
C
Hij valt
D
het meer
Slide 27 - Quiz
Maak een zin met "gat".
Slide 28 - Question ouverte
Maak een zin met "ijs".
Slide 29 - Question ouverte
Zoek een foto van "nat".
Slide 30 - Question ouverte
Wat zie je op de foto?
A
de schaats
B
de boot
C
de slee
D
de ski
Slide 31 - Quiz
Zoek een foto van "het meer".
(laatste)
(laatste)
