Wonder les 2- H1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Nederlands

Wonder les 2

 P1

2022:

De vorige les...

..heb je geleerd wat de volgende 4 onderdelen betekenen:

- fictie

- non-fictie

- realistisch

- niet realistisch

Deze les leer je over:

Personages:

- Hoofdpersonen

- Bijfiguren:

medespelers/figuranten 

- Relaties

Hoofdpersoon:

-    Je weet wat de persoon doet/ hoe er uitziet / voelt / denkt.
-    Beleeft het vanuit zijn/haar ogen.
-    Verandert in het verhaal/maakt ontwikkeling mee.
-    Heeft een doel.
-    Gaat het het meest over.

Bijfiguren:

Medespelers:

-    Wel belangrijk in het verhaal/ voor de hoofdpersoon.
-    Wel tekst in het verhaal.
Figurant: 

-    Niet belangrijk in het verhaal.
-    Haast geen tekst.
-    Opvulling

- Geef van 8 verschillende personages aan wie de hoofdpersonen en bijfiguren zijn. Geef bij de bijfiguren aan of het een medespeler of figurant is.

Via is een

1. medespeler
2. figurant

Christopher is een

1. medespeler
2. figurant

De moeder is een

1. medespeler
2. figurant

De zuster van de scheten is een

1. medespeler
2. figurant

Lees t/m blz. 65

Ga dan verder met de volgende slides

Relaties

Je kunt de relatie tussen alle personages benoemen.

Wat hebben de personages met elkaar te maken?

Voorbeelden:

- leerling - docent

- broer - zus

- trainer - speler

Opdracht

Geef bij de volgende slides steeds aan welke relatie de personages tot Auggie hebben.

1. Meneer Aarsman

2. Summer

3. Moeder

4. Julian

5. Daisy

6. Meneer Brown

Einde les 2