V4 - H2 Aarde - §2 Wereldwijde luchstromen

§2.1 Herhaling Stralingsbalans
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

§2.1 Herhaling Stralingsbalans

Slide 1 - Diapositive

De zon zendt kortgolvige straling uit, het aardoppervlak langgolvige
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Hoe wordt de atmosfeer verwarmd?
A
Van onderop door kortgolvige straling
B
Van onderop door langgolvige straling
C
Van bovenaf door langgolvige straling
D
Van bovenaf door kortgolvige straling

Slide 3 - Quiz

Met albedo wordt bedoeld
A
de opnamecapaciteit van het aardoppervlak
B
het weerkaatsingsvermogen van het aardoppervlak
C
het saldo van de inkomende en uitgaande straling
D
het verstrekt broeikaseffect

Slide 4 - Quiz

Het albedo van een .... landschap is het grootst
A
gras
B
Bos
C
Woestijn
D
Ijs en sneeuw

Slide 5 - Quiz

Stel: we bedekken de aarde met meer ijs. Welke component van de stralingsbalans verandert dan direct?
A
geabsorbeerde kortgolvige straling
B
gereflecteerde kortgolvige straling
C
latente hitte
D
uitgezonden langgolvige straling

Slide 6 - Quiz

Zonder het broeikaseffect ...
A
... wordt het heel warm op aarde.
B
... blijft de temperatuur op aarde gelijk.
C
... wordt het op aarde net zo koud als in de ruimte.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Lage en hoge drukgebieden (tekening)
Wind
De stroom die op het aardoppervlak van hoge druk gebied naar het lage druk gebied stroomt voel je als wind.
Neem de tekening over!

Slide 10 - Diapositive

lage druk
lage druk
60ºNB

lucht van noordpool botst met lucht van 30ºNB

Bij botsen stijgt lucht.
30ºNB hoge druk
30ºZB hoge druk
90ºNB hoge druk
90ºZB hoge druk
Wat kan je zeggen over de hoeveelheid neerslag  op de 60e breedtegraad?
60ºNB lage druk
60ºZB lage druk
60ºZB

lucht van zuidpool botst met lucht van 30ºZB

Bij botsen stijgt lucht.

Slide 11 - Diapositive

Hoge druk en lage druk

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

Wat is luchtdruk?
A
De druk van lucht op de aarde
B
De luchtlaag rond de aarde
C
Opstijgende lucht
D
Dalende lucht

Slide 19 - Quiz

Stel; In Nederland is de luchtdruk laag en in Duitsland de luchtdruk hoog. Wat gebeurt er?
A
Niets
B
Er ontstaat wind van Nederland naar Duitsland
C
Er ontstaat wind van Duitsland naar Nederland
D
De wind waait vanuit beide landen richting de evenaar

Slide 20 - Quiz

Wind waait altijd van een laag luchtdruk gebied naar hoog Luchtdruk gebied.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste verdeling van de luchtdruk?
A
90NB = H, 60NB =L, 30 NB =L, evenaar =H
B
90NB = H, 60NB =L, 30 NB =H, evenaar =L
C
90NB = L, 60NB =H, 30 NB =L, evenaar =H
D
90NB = L, 60NB =L, 30 NB =H, evenaar =H

Slide 22 - Quiz

De luchtdruk in de buurt van de evenaar is ...
A
Laag
B
Hoog
C
Afwezig
D
Middelmatig

Slide 23 - Quiz

Wat is de luchtdruk bij de polen?
A
Hogedruk
B
Lagedruk

Slide 24 - Quiz

Waardoor wordt het corioliseffect veroorzaakt?
Kies het beste antwoord.
A
de afname van de baansnelheid van de evenaar richting de polen
B
de draaiing van de aarde
C
het magnetisch veld van de aarde
D
op het zuidelijk halfrond naar links, op het noordelijk halfrond naar rechts

Slide 25 - Quiz

Welke
uitspraak over het
corioliseffect is goed?
A
Op noordelijk halfrond krijgt wind een afwijking naar rechts
B
Op het zuidelijk halfrond krijgt wind een afwijking naar rechts

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

ICTZ

Slide 28 - Diapositive

Moesson

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Moessons zijn
A
winden die rond de evenaar waaien en elk half jaar van richting veranderen
B
winden die het hele jaar vanuit het noordwesten waaien
C
winden die richting het noorden waaien

Slide 31 - Quiz

Wat is een moesson?
A
Een droge wind vanaf zee in de zomer
B
Een droge wind vanaf zee in de winter
C
Een natte wind vanaf zee in de winter
D
Een natte wind vanaf zee in de zomer

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive