Les 4: herhaling en onderwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Grammatica

Leerdoelen

• Ik kan de persoonsvorm (pv) vinden in een zin.
• Ik kan een zin verdelen in zinsdelen.
• Ik kan het werkwoordelijk gezegde (wg) vinden in een zin.
• Ik kan het onderwerp (ow) vinden in een zin. 

Zinsontleding in stappen

1. persoonsvorm 

2. zinsdelen

3. werkwoordelijk gezegde (alle werkwoorden in de zin)

4. onderwerp (wie/wat + wg?)

Stap 4

• De persoonsvorm en het onderwerp staan altijd naast elkaar (in een enkelvoudige zin). 
• De persoonsvorm en het onderwerp hebben altijd hetzelfde getal (allebei enkelvoud of meervoud).

Hoe vind je het onderwerp van een zin?

Hoe vind je het onderwerp van een zin?

1. Wie/wat + werkwoordelijk gezegde? Het antwoord op deze vraag is het onderwerp van de zin.
2. De getalproef: verander de persoonsvorm van getal, het onderwerp moet mee veranderen. 

Wat is het onderwerp?
In de bijsluiter staan bijwerkingen genoemd.

1. in de bijsluiter
2. bijsluiter
3. bijwerkingen
4. staan genoemd

Wat is het onderwerp?
De juf gaf de kinderen een afscheidscadeautje.

1. een afscheidscadeautje
2. de kinderen
3. gaf
4. de juf

Wat is het onderwerp?
Gisteren heeft mijn lieve moeder een lekkere taart gebakken.

Wat is het wg in de zin:
Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.

Wat is het ow in de zin:
Vorig seizoen heb ik een paar voetbalschoenen versleten.

Wat is het wg in de zin:
Zwartbuikhamsters komen in Frankrijk niet meer voor.

Wat is het ow in de zin:
Zwartbuikhamsters komen in Frankrijk niet meer voor.

Wat is het wg in de zin:
De winnaar van de Postcode Loterij kocht direct een Ferrari.

Wat is het ow in de zin:
De winnaar van de Postcode Loterij kocht direct een Ferrari.

Wat is het ow in de zin:
Vanmorgen zat er een blaffende hond in de achtertuin.

Wat is het ow in de zin:
Er zaten vandaag leuke cadeautjes in mijn adventskalender.

Wat is het ow in de zin:
De discobal van Nijntje maakt me heel erg blij!