TC A1 Thema 4 komen en gaan route 1
1 / 19
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Komen
Ik ....... naar school.
Ik ....... naar school.
Slide 3 - Question ouverte
Komen
Jullie ..... op bezoek.
Jullie ..... op bezoek.
Slide 4 - Question ouverte
Komen
Ali ............. te laat.
Ali ............. te laat.
Slide 5 - Question ouverte
Komen
Maks en Lola .............. thuis.
Maks en Lola .............. thuis.
Slide 6 - Question ouverte
Komen
De docent .............. in de klas.
De docent .............. in de klas.
Slide 7 - Question ouverte
Komen
De kat .......... bij mij zitten.
De kat .......... bij mij zitten.
Slide 8 - Question ouverte
Komen
........... jij op mijn feest?
........... jij op mijn feest?
Slide 9 - Question ouverte
Komen
U ............. naar mijn huis.
U ............. naar mijn huis.
Slide 10 - Question ouverte
Gaan
Zij ................ naar de bakker.
Zij ................ naar de bakker.
Slide 11 - Question ouverte
Gaan
Ik .............. naar huis.
Ik .............. naar huis.
Slide 12 - Question ouverte
gaan
De meisjes ............... naar de w.c.
De meisjes ............... naar de w.c.
Slide 13 - Question ouverte
Gaan
Hij .............. op de fiets naar school.
Hij .............. op de fiets naar school.
Slide 14 - Question ouverte
gaan
U ............... naar de slager.
U ............... naar de slager.
Slide 15 - Question ouverte
Gaan
....... jij naar de markt?
....... jij naar de markt?
Slide 16 - Question ouverte
gaan
Jij ................. naar bed.
Jij ................. naar bed.
Slide 17 - Question ouverte
gaan
Wij ............... met de bus.
Wij ............... met de bus.
Slide 18 - Question ouverte
Gaan
Twee honden ........ spelen.
Twee honden ........ spelen.
