Spelling Blok 6 week 1 les 1
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
's meervoud
's bij bezit
lolly's
kiwi's
Anna's jas
Slide 2 - Question de remorquage
noem garagewoorden
Slide 3 - Carte mentale
noem klankgroepenwoorden
met ueel/eaal
met ueel/eaal
Slide 4 - Carte mentale
Zet in de verleden tijd:
De kunstenares heeft verbeeld.
De kunstenares heeft verbeeld.
Slide 5 - Question ouverte
Zet in de verleden tijd:
De leerling sjeest.
De leerling sjeest.
Slide 6 - Question ouverte
Zet in de verleden tijd:
De was druipt.
De was druipt.
Slide 7 - Question ouverte
Wat is het voegwoord in deze zin:
Hij heeft deze prachtige mozaïeken vloer ontworpen, nadat het gebouw gerestaureerd was.
Hij heeft deze prachtige mozaïeken vloer ontworpen, nadat het gebouw gerestaureerd was.
A
heeft
B
prachtige
C
nadat
D
gerestaureerd
Slide 8 - Quiz
Welke hulpwerkwoorden staan er in de volgende zin:
Hij heeft deze prachtige mozaïeken vloer ontworpen, nadat het gebouw gerestaureerd was.
Hij heeft deze prachtige mozaïeken vloer ontworpen, nadat het gebouw gerestaureerd was.
A
heeft/was
B
prachtige/gerestaureerd
C
heeft/ontworpen
D
was/gerestaureerd
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Vidéo
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Welke categorie zie je hier?
