spelling werkwoorden: persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

1. Ga rustig zitten
   
2. Leg je iPad gesloten op tafel
3. Wacht rustig tot ik start

Wat gaan we vandaag doen?

• Terugblik vorige les
• Leerdoelen bespreken
• Herhaling werkwoordspelling: persoonsvorm tegenwoordige tijd.
• Spelling van de persoonsvorm in de verleden tijd.
• Opdrachten maken
• Evaluatie van de les
• Huiswerk noteren in plenda

Terugblik vorige les

- Uitleg + oefenen met de spelling van de persoonsvorm tegenwoordige tijd.

- Methode online/ boek

Leerdoelen deze lesweek

1.  Ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.
2.  Ik kan de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd juist spellen.

1.  Ik kan de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd juist   spellen.
2.  Ik kan werkwoorden met een ik-vorm op d of t correct spellen.

Sterk of zwak?

DENKEN

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord

tennissen

1. Sterk werkwoord
2. Zwak werkwoord

sterk werkwoord

zwak werkwoord

Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden

Voorbeelden

hele ww= Fietsen

Stam      = Fiets

-> Fietste(n

hele ww= Geloven

stam      = Gelov

-> Geloofde(n)

Persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden

- Het werkwoord verandert van klank in de verleden tijd.

- Je schrijft wat je hoort.

Voorbeelden sterke werkwoorden:

Vliegen - Vlogen

Lopen - Liepen

Roepen - riepen

Alle tijden in een stroomschema:

Aan de slag!

* Maak paragraaf 8 persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden. 

* Werk rustig.

* Fluisteren met je buur mag.

Klaar? 

Maak paragraaf 9 persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden.

Werk rustig verder..

* Maak paragraaf 8 persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden. 

* Fluisteren mag nu niet.

* Vragen moet je even bewaren, sla over en ga door.

Klaar? 

Maak paragraaf 9 persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden.

Evaluatie van deze week!

De volgende vragen gaan over de leerdoelen van deze week.

Probeer de juist antwoorden te geven.

Welk woord is hier de persoonsvorm?
De hond wordt door de buurman uitgelaten.

kleven (vt)
Nog altijd […] de kauwgom aan mijn schoen.

Faxen (vt)
De meeste bedrijven [...] niet meer met hun klanten.

Sterk of zwak?

BIJTEN

1. sterk
2. zwak

Sterk of zwak?
verhuizen

1. sterk
2. zwak

Wij verhui....... (vt) vroeger met regelmaat.

Beantwoord... jij deze vraag ook nog even?

Huiswerk

Maandag 10 oktober 

maak Spelling werkwoorden paragraaf 8 en 9

Paragraaf 8 persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden + paragraaf 9 persoonsvorm verleden tijd sterke werkwoorden