spelling hoofdstuk 2: de verleden tijd van zwakke werkwoorden

Oefenen met sterke en zwakke werkwoorden en het schrijven van pvvt
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Oefenen met sterke en zwakke werkwoorden en het schrijven van pvvt

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  1.  Ik kan de pvvt van zwakke werkwoorden in het enkelvoud juist spellen.
  2.  Ik kan de pvvt van zwakke werkwoorden in het meervoud juist spellen.

  1.  Ik kan de pvvt van sterke werkwoorden in het enkelvoud juist spellen.
  2.  Ik kan de pvvt van sterke werkwoorden in het meervoud juist spellen.

Slide 2 - Diapositive


sterk of zwak?
DENKEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 3 - Quiz

tennissen
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord

Slide 4 - Quiz

sterk werkwoord

Slide 5 - Carte mentale

zwak werkwoord

Slide 6 - Carte mentale

Persoonsvorm verleden tijd zwakke werkwoorden
Voorbeelden

hele ww= Fietsen
Stam      = Fiets
-> Fietste(n

hele ww= Geloven
stam      = Gelov
-> Geloofde(n)

Slide 7 - Diapositive

Evaluatie

De volgende vragen gaan over de leerdoelen van deze week.

Probeer de juist antwoorden te geven.

Slide 8 - Diapositive

Welk woord is hier de persoonsvorm?
De hond wordt door de buurman uitgelaten.

Slide 9 - Question ouverte

kleven (vt)
Nog altijd […] de kauwgom aan mijn schoen.

Slide 10 - Question ouverte

Sterk of zwak?

BIJTEN
A
sterk
B
zwak

Slide 11 - Quiz

Sterk of zwak?
verhuizen
A
sterk
B
zwak

Slide 12 - Quiz

Wij verhui....... (vt) vroeger met regelmaat.

Slide 13 - Question ouverte