H3 Taalverzorging, grammatica: lijdend voorwerp 2E

Nederlands H3
Taalverzorging, grammatica:
Je leert over het lijdend voorwerp

Bladzijde: 80
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands H3
Taalverzorging, grammatica:
Je leert over het lijdend voorwerp

Bladzijde: 80

Slide 1 - Diapositive

Zinsdelen
Jullie kennen ondertussen al veel zinsdelen: 
  1. Persoonsvorm: vraagproef of tijdproef. 
  2. Onderwerp: wie (of wat) + persoonsvorm. 
  3. (werkwoordelijk) Gezegde: alle werkwoorden.

Julia heeft het T-shirt gekocht. 
pv.: heeft, ow.: Julia en gez.: heeft gekocht.

Slide 2 - Diapositive

Noteer de drie zinsdelen:
Jet gaat graag wandelen in de ochtend.

Slide 3 - Question ouverte

Het lijdend voorwerp
Deze drie zinsdelen heb je nodig om het lijdend voorwerp te vinden. 

Het lijdend voorwerp: wat (soms wie) + gezegde + onderwerp? 
Wat heeft Julia gekocht? lv = het T-shirt. 

Slide 4 - Diapositive

Noteer de vraag die je moet stellen.
wat + gezegde + onderwerp?
Jij ruimt je kamer vanmiddag op.

Slide 5 - Question ouverte

Noteer de vraag die je moet stellen.
wat + gezegde + onderwerp?
Gisteren heeft Merel een spijkerjasje besteld.

Slide 6 - Question ouverte

Noteer het lijdend voorwerp:
Na de overwinning heeft Sven een ererondje geschaatst.

Slide 7 - Question ouverte

Noteer het lijdend voorwerp:
Die twee boeken heeft Samira in de vakantie gelezen.

Slide 8 - Question ouverte

Noteer het lijdend voorwerp:
Die grote stad aan de IJssel heeft de laatste jaren veel nieuwe inwoners gekregen.

Slide 9 - Question ouverte

Let op:
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp! 

Het lijdend voorwerp is geen werkwoord. 

Als de woorden 'te' of 'aan het' voor een werkwoord staan, horen ze bij het gezegde Er is dan vaak geen lijdend voorwerp. 
Vanwege zijn lange benen wilde Jan aan het gangpad zitten. 
pv: wilde, ow: Jan, gez: wilde zitten. 
Wat wilde Jan? Aan het gangpad zitten > geen lv. 


Slide 10 - Diapositive