spelling groep 8 VD en BN blok 3.1
1 / 14
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat is de juiste stam (ik vorm) van het werkwoord "fietsen".
Slide 5 - Carte mentale
Wat is de juiste stam (ik vorm) van het werkwoord "lopen".
Slide 6 - Carte mentale
aantrekken
Ik heb de trui .........................
Ik heb de trui .........................
Slide 7 - Question ouverte
verkopen
De groenteman heeft lekkere appels...................
De groenteman heeft lekkere appels...................
Slide 8 - Question ouverte
opeten
Juf Anne heeft een hele Tony Chocoloni ........................
Juf Anne heeft een hele Tony Chocoloni ........................
Slide 9 - Question ouverte
zagen
Het...............hout ligt in de schuur.
Het...............hout ligt in de schuur.
Slide 10 - Question ouverte
bewaren
De ..............snoepjes zitten in die trommel.
De ..............snoepjes zitten in die trommel.
Slide 11 - Question ouverte
bespreken
De................dictees liggen in de kast.
De................dictees liggen in de kast.
Slide 12 - Question ouverte
verdwalen
De.................kleuter huilde hard.
De.................kleuter huilde hard.
