Persoonlijk voornaamwoord + avoir

persoonlijk voornaamwoord + avoir
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

persoonlijk voornaamwoord + avoir

Slide 1 - Diapositive

Persoonlijke voornaamwoorden
ik
je / j'
jij
tu
hij
il
zij
elle
men/wij (spreektaal)
on
wij 
nous
u
jullie 
vous
zij  
zij 
ils (mannelijk)
elles (vrouwelijk)

Slide 2 - Diapositive

AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :

Slide 3 - Diapositive


Je kunt een naam door een persoonlijk voornaamwoord vervangen.

Il
a un poisson.
Elle a un frère.
Nous avons un chat.
Ils ont deux pères.
Elles ont une fille.





Henry
a un poisson.
Sarah a un frère.
Ma mère et moi avons un chat.
Julien et Claudio ont deux pères.
Anna et Maria ont une fille.

Slide 4 - Diapositive

ik
jij
hij
zij
men/we
wij
jullie/u
zij(m)
zij (v)
Les pronoms personnels
- persoonlijke voornaamwoorden.
je
elles
nous
il
tu
elle
vous
ils
on

Slide 5 - Question de remorquage

Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je de naam/namen vervangen?
il
elle
nous
ils
elles
Marian
Marian et Linda
Mohamed
Mohamed et Anna
Mohamed et moi
Hugo et Frank
Mes frères
Mes sœurs
Ma sœur et moi

Slide 6 - Question de remorquage

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
avoir (hebben)
Combineer de juiste vorm van avoir met het goede persoonlijk voornaamwoord
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Lien

Slide 9 - Lien

Slide 10 - Lien

Geef in het Frans antwoord op de vraag: '' tu as quel âge?''

Slide 11 - Question ouverte

Geef in het Frans antwoord op de vraag: Il a quel âge ? (14)

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Au travail - grammaire H
Fais:
Ex. 31c + 31D + 31E 
Ex. 32 - schrijf 4 zinnen over de familie van Lily. Schrijf de namen + leeftijden. (Lily heeft een broer.. )

Slide 14 - Diapositive